Spelling 1 AA 3 groep 8
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Met of zonder n?
A
de rode schoenen
B
de roden schoenen
C
de grote broeken
D
de groten broeken
Slide 4 - Quizvraag
Met of zonder n?
A
het zilvere bestek
B
het zilveren bestek
C
de houten klompen
D
de houte klompen
Slide 5 - Quizvraag
Met of zonder n?
A
de katoene hemden
B
de katoenen hemden
C
de kostbaren kralen
D
de kostbare kralen
Slide 6 - Quizvraag
Met of zonder n?
A
de mooie kleren
B
de mooien kleren
C
de papiere servetjes
D
de papieren servetjes
Slide 7 - Quizvraag
Met of zonder n?
A
de goude lepels
B
de gouden lepels
C
de tinne soldaatjes
D
de tinnen soldaatjes
Slide 8 - Quizvraag
Met of zonder n?
A
de duren armbanden
B
de dure armbanden
C
de kristalle bollen
D
de kristallen bollen
Slide 9 - Quizvraag
Met of zonder n?
A
de plastic tas
B
de plasticen tas
C
de koperen muntjes
D
de kopere muntjes
Slide 10 - Quizvraag
Met of zonder n?
A
de nylonnen trui
B
de nylon trui
C
de glaze schalen
D
de glazen schalen
