In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Thema 2: Voeding en vertering
Basisstof 1: Voedingsmiddelen
Slide 1 - Tekstslide
Doel: Voedingsmiddelen
Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen.
Je kunt de functie van voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
Slide 2 - Tekstslide
Voedingsmiddelen
Alles wat je eet en drinkt!
Slide 3 - Tekstslide
Alles wat je eet of drinkt
=
Voedingsmiddel
Er zijn 2 soorten voedingsmiddelen
Slide 4 - Tekstslide
Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt.
Plantaardigeproducten
Dierlijke producten
afkomstig van (delen van) planten.
Bijvoorbeeld: groente en fruit
afkomstig van (delen van) dieren of producten van dieren.
Bijvoorbeeld: vlees, melk, eieren en vis
Slide 5 - Tekstslide
Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen
Slide 6 - Tekstslide
Voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen uit voedingsmiddelen.
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om zichzelf in leven te kunnen houden.
Slide 7 - Tekstslide
Soorten voedingsstoffen
Bouwstof: voor groei, herstel, vervanging, wonden. Brandstof: Om te verbranden en energie op te wekken. Reservestof: Om op te slaan voor later Beschermende stof: Om je lichaam te beschermen tegen ziekten en andere factoren (kou/druk) van buitenaf.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Is kaas een voedingsmiddel?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
Is kaas plantaardig of dierlijk?
A
plantaardig voedingsmiddel
B
dierlijk voedingsmiddel
Slide 11 - Quizvraag
Voedingsvezels
- geen voedingsstof
- Stimuleert de darmen
- Voorkomt opstipatie ( verstopping)
- Zorgen voor een verzadigd gevoel
- in plantaardige voedingsmiddelen
- voedingsvezels worden zelf niet verteerd
Slide 12 - Tekstslide
Doel: Voedingsmiddelen
BK: (zie blz 66 van je boek) / KGT: (zie blz 80 van je boek)
Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen.
Je kunt de functie van voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.
Slide 13 - Tekstslide
Nabespreking
Hoe is het gegaan? Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Welke vragen heb je nog?