12 et 13 septembre 2022
1 / 44
Lesduur is: 100 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Exercice 5a (p.22)
C'est encore (nog steeds) les vacances
C'est encore (nog steeds) les vacances
A
vrai
B
faux
C
on ne sait pas
Slide 19 - Quizvraag
Max a passé de bonnes vacances.
A
vrai
B
faux
C
on ne sait pas
Slide 20 - Quizvraag
Charlie a passé de bonnes vacances
A
vrai
B
faux
C
on ne sait pas
Slide 21 - Quizvraag
Max a été en vacances en voiture
A
vrai
B
faux
C
on ne sait pas
Slide 22 - Quizvraag
Exercice 5b (p.22)
Tu entends quelle phrase?
Tu entends quelle phrase?
A
J'ai adoré la nature
B
j'ai adoré la mer Méditerranée
Slide 23 - Quizvraag
Tu entends quelle phrase?
A
On arrive à cinq heures
B
On arrive à sept heures
Slide 24 - Quizvraag
Tu entends quelle phrase?
A
Vous avez pris le train direct?
B
Vous avez pris le mauvais train?
Slide 25 - Quizvraag
Tu entends quelle phrase?
A
J'ai été dans un camping de luxe
B
J'ai été dans un hôtel de luxe
Slide 26 - Quizvraag
Exercice 5c (p.22-23)
Als Max zegt dat hij naar de Middellandse Zee is geweest, reageert Charlie......
Als Max zegt dat hij naar de Middellandse Zee is geweest, reageert Charlie......
A
Jaloers
B
Teleurgesteld
C
Verbaasd
Slide 27 - Quizvraag
Max en het gezin zijn niet in Luxemburg aangekomen, omdat ....
A
De conducteur een fout heeft gemaakt
B
Ze de verkeerde trein hebben genomen
C
Zijn ouders hem wilden verrassen
Slide 28 - Quizvraag
Max vond zijn vakantie vooral leuk vanwege.....
A
Het landschap en het sporttoernooi
B
Het mooie hotel en het mooie weer
C
Het zwembad en het animatieprogramma
Slide 29 - Quizvraag
Als Max over de reis vertelt, is hij ....
A
alleen maar positief
B
alleen maar negatief
C
zowel positief als negatief
Slide 30 - Quizvraag
Aan het eind zegt Max ''Pauvre Charlie'', omdat.....
A
Charlie het niet grappig vindt
B
Charlie niet op vakantie is geweest
C
de vakantie van Charlie minder leuk was
Slide 31 - Quizvraag
5D (p.24): Leg uit in welk opzicht de vakantie van Max waarschijnlijk anders zou zijn geweest als hij toch naar Luxemburg was gegaan. Gebruik de informatie uit het gesprek.
Slide 32 - Open vraag
On mange des tapas .......................................
On roule (rijdt) à gauche ................................
On trouve des moulins et des tulipes ..............................
On mange souvent des croissants et des macarons ........................
On trouve la Brandenburger Tor ...................................
On parle français et néerlandais ...................................
Exercice 6a, p.24
xen France
en Espagne
en Allemagne
aux Pays-Bas
en Belgique
en Angleterre
Slide 33 - Sleepvraag
Zet hier de zinnen van 7a neer met hoofdletter, vraagteken, uitroepteken of punt en onder elkaar mbv enter.
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
les Pays-Bas
la Belgique
la France
l'Allemagne
la Suisse
l'Autriche
l'Espagne
le Portugal
l'Italie
la Norvège
la Suède
le Danemark
Slide 38 - Sleepvraag
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
5 mots du cours
Slide 43 - Woordweb
Comment tu as trouvé le cours?
😒🙁😐🙂😃
