Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
les 8: Stroom, spanning en weerstand
Stroom, spanning en weerstand
Bluetooth
- AAN
Benodigdheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- iPad
Cijfer
- NEE
Lessonup
- JA
Tassen
in
de tassenkast
Telefoons
in de telefoontas
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Stroom, spanning en weerstand
Bluetooth
- AAN
Benodigdheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- iPad
Cijfer
- NEE
Lessonup
- JA
Tassen
in
de tassenkast
Telefoons
in de telefoontas
Slide 1 - Tekstslide
Samenvatting en herhaling
Slide 2 - Tekstslide
spanning
Spanning (U):
is
de hoeveelheid energie die aan de lading meegegeven wordt van bv de batterij (de broodjes van sneeuwitje in het sprookje)
De eenheid voor spanning is Volt (V)
De elektrische energie wordt in de stroomkring afgegeven
Terug bij de bron is de lading alle energie kwijt
Deze elektrische energie wordt in de onderdelen (lampje) in de stroomkring omgezet in andere vormen van energie (licht)
Slide 3 - Tekstslide
stroomsterkte
Stroomsterkte (I)
:
is de hoeveelheid geladen deeltjes die per seconde door een draad lopen (kabouters in het sprookje)
De eenheid van stroomsterkte is ampère (A).
er loopt alleen stroom als de kring gesloten is
de stroom loopt van de pluspool door het lampje naar de minpool van de batterij
ampèremeter meet hoeveel lading per seconde een punt passeert. Je moet hem daarom in de stroomkring opnemen.
bv: Stroom is 5A
s
Slide 4 - Tekstslide
weerstand
Weerstand (R)
zijn de apparaten (lampje) in de stroomkring.
De weerstand heeft als eenheid ohm (Ω)
Geleiders zoals koper hebben een kleine weerstand.
Slide 5 - Tekstslide
serieschakeling
Slide 6 - Tekstslide
Paralleschakeling
Slide 7 - Tekstslide
voorbeelden
Twee identieke weerstandjes zijn in serie geschakeld.
Als er een stroom (aantal kabouters) loopt door het 1e lampje 2A is dan is de stroom door het in 2e lampje ook 2A.
Slide 8 - Tekstslide
Twee identieke weerstandjes zijn in serie geschakeld.
Als de spanning van de batterij 6V is dan gaat er 3V door elk lampje. De spanning (aantal broodjes) wordt verdeeld over twee lampjes.
Slide 9 - Tekstslide
Hieronder zie je enkele lampjes in serie geschakeld met batterijen van 1,5 V
Wat is de spanning over elk lampje?
Slide 10 - Tekstslide
Hieronder zie identieke lampjes parallel geschakeld met batterijen van 3,0 V
Wat is de spanning over elke lamp?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
In welke richting loopt stroom?
A
Van de pluspool naar de minpool
B
Van de minpool naar de pluspool
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de eenheid van de stroomsterkte?
A
Volt
B
Spanning
C
Ampère
D
Elektriciteit
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn isolatoren?
A
Stoffen waar stroom makkelijk doorheen loopt.
B
Stoffen die elektrische stroom niet of heel slecht doorlaten.
Slide 15 - Quizvraag
Wat moet een stroomkring sowieso bevatten?
A
- Spanningsbron - Verbindingssnoeren - Apparaat
B
- Spanningsmeter - Verbindingssnoeren - Apparaat
C
- Stroommeter - Verbindingssnoeren - Apparaat
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de betekenis van spanning?
A
Hoeveel energie een apparaat verbruikt
B
Hoeveel elektronen er per seconde langs komen
C
De hoeveelheid energie van elk elektron
Slide 17 - Quizvraag
Op stopcontacten staat de netspanning. Hoe hoog is deze in Nederland?
A
24 Volt
B
230 Volt
C
850 Volt
D
5 Volt
Slide 18 - Quizvraag
Welke stroomkring is serie geschakeld?
A
Het linker plaatje
B
Het rechter plaatje
Slide 19 - Quizvraag
Hoe is de schakeling
geschakeld?
A
In serie
B
Parallel
Slide 20 - Quizvraag
Open vragen
1 Teken het symbool van:
a. een lampje
b. een schakelaar
c. een batterij
d. een led
e. een elektromotor
Slide 21 - Tekstslide
2. Teken het schakelschema
Slide 22 - Tekstslide
3. Leg uit hoe de lampen van een auto zijn geschakeld.
Slide 23 - Tekstslide
4. Leg uit welke lamp (en) branden als je:
a. Alleen a sluit
b. Alleen b sluit
Slide 24 - Tekstslide
5. Welk lampje valt uit als je:
a. 2 losdraait ?
b. 4 losdraait ?
c. 1 losdraait ?
Slide 25 - Tekstslide
6. Bepaal de stroomsterkte op plek A.
Slide 26 - Tekstslide
De gemengde schakeling
Slide 27 - Tekstslide
Kenmerken serie schakelingen
De stroomsterkte is overal gelijk.
De spanning verdeelt zich.
Valt een apparaat uit, dan valt alles uit.
Toepasing; kerstlampjes, batterijen in speelgoed.
Slide 28 - Tekstslide
Kenmerken parallelschakeling
De spanning is overal gelijk.
De stroom splitst zich op.
Als eén apparaat stuk is blijft de werken.
Toepassing: lampen in het lokaal, stopcontacten.
Slide 29 - Tekstslide
symbolen voor schakelschema's
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Herhaling 4.3 - bb3
Maart 2021
- Les met
24 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
herhaling en huiswerk par. 3
September 2023
- Les met
26 slides
nask
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Stroomkring, stroomsterkte en spanning
April 2024
- Les met
22 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Overal 1-2 HV hfst 6.3 serie en parallelschakeling
November 2020
- Les met
29 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H6 - §6.3 Serie en Parallel
December 2022
- Les met
48 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
6.1 tot 6.4 quize
April 2022
- Les met
32 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
§6.3 Serie- en parallelschakeling
Juni 2023
- Les met
20 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Overal 1-2 HV hfst 6.3 serie en parallelschakeling
Maart 2024
- Les met
27 slides
Science
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2