4H - §2.4 ionbindingen

Hfd 2: Chemische bindingen
Paragraaf 4, ionbinding

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hfd 2: Chemische bindingen
Paragraaf 4, ionbinding

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4
  • Je kunt een beschrijving geven van een ionbinding en
      uitleggen waar de sterkte van deze binding van afhangt.
  • Je kunt zouten herkennen aan de atomaire samenstelling (formule) en
      de microstructuur van een zout beschrijven.
  • Je kent de algemene eigenschappen van een zout en
      kunt die in verband brengen met de microstructuur.
  • Je kunt uitleggen welke typen bindingen verbroken en gevormd worden
      bij chemische reacties en faseovergange, en
      je kunt van deze processen een (reactie)vergelijking geven.

Slide 2 - Tekstslide

Welke stoffen zijn zouten ? 
sleep deze formules naar de afbeelding van zoutwinning.

voorkennis
NaCl
HCl
H2S
P2O5
CaO
CO2
Fe2O3
SO3
BaF2
ZnS
SnCl2
K2O

Slide 3 - Sleepvraag

Waar hoort wat?
voorkennis
18
8
2
M
L
K
Schil:
Schil:
Schil:
Aantal e-
Aantal e-
Aantal e-

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Kijk goed naar deze afbeelding

er volgen zo twee vragen

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit waarom het magnesium-
atoom graag twee elektronen afstaat

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit waarom het zwavelatoom graag twee elektronen opneemt

Slide 8 - Tekstslide

welke lading krijgen de atomen als de elektronen zijn verplaatst?

tel het aantal protonen en elektronen
Mg:
...... p+
....... e-
lading =

S:
..... p+
..... e-
lading =

Slide 9 - Tekstslide

Moleculaire stoffen
Metalen
Zouten
  • Opgebouwd uit metaalatomen
  • Metaalbinding: door aantrekkingskracht tussen negatief geladen vrije elektronen en positief geladen atoomresten
  • Elektrisch geledingsvermogen
  • Vervormbaarheid
  • Legering
  • Opgebouwd uit niet-metaalatomen
  • atoombinding: wordt gevormd door gedeeld elektronenpaar
  • vanderwaalsbinding: (molecuulbinding) binding die moleculen in de vaste/vloeibare fase bij elkaar houdt. 
  • waterstofbruggen
  • - hydrofiel
  • - hydrofoob
  • Molecuulrooster
  • Opgebouwd uit metaal én niet-metaalatomen
  • Ionbinding

Slide 10 - Tekstslide

Zouten zijn opgebouwd uit ionen.

Een ion is een atoom(groep) die een positieven of negatieve lading heeft.

Alle metalen vormen positieve ionen

BiNaS tabel 66B en 45A

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Zouten


Een zout is een verbinding tussen een metaal en een niet-metaal. bijvoorbeeld: 
  • natriumchloride, NaCl (s)
  • lithiumfluoride, LiF(s)
  • magnesiumoxide, MgO(s)
  • calciumsulfide, CaS(s)

Slide 13 - Tekstslide

Stofeigenschappen van zouten
  • Zouten hebben een hoog smeltpunt
  • Bij kamertemperatuur (293 K) zijn alle zouten vaste stoffen

  • In vaste fase geleiden zouten géén stroom
  • Gesmolten zouten/ opgeloste zouten geleiden wél stroom

  • Zouten zijn stevig, maar wel bros.  

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Microstructuur van zouten
  • Ionbinding: positieve en negatieve lading/ionen trekken elkaar aan, hierdoor ontstaat een ionbinding. 
  • een ionbinding is zeer sterk, daarom is het smeltpunt van een zout heel hoog (en zijn ze dus vast bij kamertemperatuur)
  • De ionbindingen vormen een ionrooster. 
  • Het zout is elektrisch neutraal: je wilt in de verhouding even veel positieve als negatieve lading. 
  • Bijvoorbeeld: Na+ en Cl- in een verhouding van 1 : 1. Dus de verhoudingsformule is NaCl. 

Slide 16 - Tekstslide

Microstructuur van zouten
  •  Bijvoorbeeld: Na+ en Cl- in een verhouding van 1 : 1. Dus de verhoudingsformule is NaCl. 
  • natriumchloride (NaCl) kan gevormd worden in een reactie tussen natrium en chloorgas: 2 Na (s) + Cl2 (g) --> 2 NaCl (s)

Slide 17 - Tekstslide

Verklaring op microniveau:
1. smeltpunt

  • Natriumchloride, NaCl(s), heeft een smeltpunt van 1074 K. Natriumchlorde bestaat uit Na+ en Cl- ionen. 
  • Magnesiumoxide, MgO(s), heeft een smeltpunt van 3098 K. Magnesiumoxide bestaat uit Mg2+ en O2- ionen. 

Slide 18 - Tekstslide

Verklaring op microniveau:
2. vervormbaarheid

  • Zouten zijn stevig, maar wel bros: ze breken eerder dan ze van vorm veranderen.
  • Wanneer door een uitwendige kracht een laag ionen in een ionrooster een stukje wordt verschoven, komen ionen met dezelfde lading tegenover elkaar te liggen: deze ladingen stoten elkaar af, met als gevolg breuk in het materiaal. 

Slide 19 - Tekstslide

Metaal               vs                           Zout

Slide 20 - Tekstslide

Verklaring op microniveau:
3. elektrisch geleidingsvermogen

Slide 21 - Tekstslide

Verklaring op microniveau:
3. elektrisch geleidingsvermogen
  • Voor stroomgeleiding zijn er geladen deeltjes nodig die vrij kunnen bewegen. 
  • In vaste zouten kunnen de geladen deeltjes niet vrij bewegen: dus geleid dit géén stroom. 
  • In vloeibare/opgeloste  zouten kunnen de geladen deeltjes wel vrij bewegen: dus geleid wél elektrische stroom.  
  • Als een zout oplost in water worden de ionbindingen verbroken, de ionen komen dan los van elkaar en kunnen ook vrij in het water bewegen.

Slide 22 - Tekstslide

Positieve en negatieve ladingen trekken elkaar aan

Slide 23 - Tekstslide

Overzicht bindingen

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen/doornemen/samenvatten § 2.4
online maken en checken van opdrachten t/m 9

Slide 28 - Tekstslide