Ontwikkelingspsychologie Peuter

De peuter (18 mnd-4 jr)
Hoofdstuk 4
Ontwikkelingspsychologie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De peuter (18 mnd-4 jr)
Hoofdstuk 4
Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waar denk je aan
bij het woord peuter?

Slide 3 - Woordweb

De ouders van de baby zwaaien elke keer bij het weggaan. De baby aapt dit na.

Van welke manier van leren is sprake?
timer
0:30
A
Ervaringsleren
B
Herhalingsleren
C
Imiterend leren

Slide 4 - Quizvraag

Exploratiedrang houdt in.....
timer
0:30
A
Drang om je te hechten
B
Drang om te ontdekken
C
Manier van denken
D
Manier van hechting

Slide 5 - Quizvraag

Een reflex is:
timer
0:30
A
Het beheersen van spieren
B
Doelgerichte beweging of reactie
C
Een reactie of beweging die zich automatisch voltrekt

Slide 6 - Quizvraag

De leerdoelen 
  • De student  kan  de vijf ontwikkelingsgebieden van de peuter uitleggen. 
  • De student kan kan de manieren van denken en spelen van de peuter onderscheiden.
  • De student kan uitleggen wat de koppigheidsfase is en egocentrisme. 

Slide 7 - Tekstslide

Lichamelijke & motorische ontwikkeling
  •  18 maanden tot 2 jaar: 
          - Ontwikkeling mobiliteit --> van kleine onzekere stappen naar traplopen. 
         - Ontwikkeling van de fijne motoriek --> toren bouwen van blokken en
 eerste krassen tekening. 

  • 2 tot 4 jaar:
          -Verdere ontwikkeling grove motoriek  (springen, hinkelen)
          - Verdere ontwikkeling fijne motoriek 
             (knippen, vormen en poppetjes tekenen ) 

Slide 8 - Tekstslide

Beweegmijlpalen
Mijlpaal
Maanden
Achteruit lopen
18
Toren 3 blokjes
18
Toren 6 blokjes
24
Springen op plek
22-36
Fietsen (3wieler)
24-38
Hinkelen
36-48
Vangt stuiterende bal
48>

Slide 9 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
  • Exploratiedrang= de dringende behoefte bij de peuter om de wereld te leren ontdekken 
  • Het denken van een peuter:
  1. Concreet denken
  2. Magisch denken
  3. Animistisch denken

Vaardigheden worden vooral aangeleerd door rijpingsprocessen.
Taalontwikkeling:
  1. Tweewoordzinnen
  2. Driewoordzinnen
  3. Waarom vragen om de wereld te begrijpen

Slide 10 - Tekstslide

Spelsoorten peuters (sociale ontwikkeling)
  • Parallel spel: manier van spelen waarbij een peuter niet met, maar naast elkaar speelt
  • Bewegingsspel: spelsoort waarbij de motorische activiteit op de voorgrond staat.
  • Imitatiespel: spelvorm waarin het nabootsen van gedrag centraal staat. 
  • Constructiespel: spelsoort waarbij het bouwen/maken van iets centraal staat. 
 
 

Slide 11 - Tekstslide

Emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling
  • Ik besef (vanaf 1,5 jaar) 
  • Egocentrisme: het onvermogen zich in anderen te verplaatsen en in anderen in te leven.
  •  Koppigheidsfase (peuterpuberteit)
       

Slide 12 - Tekstslide

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
Duidelijkere sociale behoefte​

Meer sociale contacten leggen​
Waarom? vragen stellen​









Slide 13 - Tekstslide

Sociale ontwikkeling van de peuter
  • Peuters beginnen een eerste gevoel van empathie te ontwikkelen; een peuter kan gevoelsmatig meeleven maar vanuit zijn wereld. 
  • Egocentrisme, niet verwarren met egoïsme.  Egocentrisme heeft te maken met onvermogen, het lukt de peuter niet om zich in te leven in de ander.
  •  Zelfbesef doordat de peuter bezig is met het verkennen van de wereld ontstaat het besef dat hij het is die iets doet

Slide 14 - Tekstslide

Sociale ontwikkeling van de peuter
  • Normbesef heeft te maken net het begrip goed en kwaad. Dit moet zich ontwikkelen. Kan pas als een kind zelf-besef heeft. Peuters zijn star in hun besef van goed en fout.
  •  Koppigheid het feit dat de peuter steeds meet zijn eigen macht ontdekt brengt ook de eigen wil met zich mee. Hij ontdekt dat het anders kan. Deze fase wordt ook wel peuterpuberteit genoemd

Slide 15 - Tekstslide

Seksuele ontwikkeling




Slide 16 - Tekstslide

Seksuele ontwikkeling van de peuter
  • Een peuter leert zijn eigen lijf kennen en alle lichaamsdelen benoemen.
  • Er is nog geen sprake van schaamte.
  • Door opmerkingen als; dat hoort niet, of schaam je verliest een kind deze spontaniteit en ontwikkeld een peuter schaamte. 

Slide 17 - Tekstslide

Seksueel ontwikkelingsgebied
  • Leren kennen van eigen lichaam
  • Besef jongen/meisje
  • Geen schaamtegevoel

  • Zindelijk worden
  • Anale fase --> beginnend gevoel dat de peuter zelf invloed kan uitoefenen

Slide 18 - Tekstslide

Constructiespel
Imitatiespel
Bewegingsspel

Slide 19 - Sleepvraag

Peuters denken op verschillende manieren: concreet, magisch en animistisch. Geef bij elke manier één voorbeeld.

Slide 20 - Open vraag

Ga aan de slag met de puzzel

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide