In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 8
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Aanwezigheid | leermiddelen | Huiswerk
Uitleg en leerdoelen
Aan het werk
Afronding van de les.
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 8: Je lichaam werkt
8.1 Het werkt
8.2 Je ademt
8.3 Je bloed vervoert
8.4 Je bloedsomloop
Slide 3 - Tekstslide
Hoe werkt je lichaam?
Organen: zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak.
Romp: lichaam zonder hoofd, armen en benen. Bestaat uit: - Borstholte - Buikholte
Slide 4 - Tekstslide
Organen zijn opgebouwd uit cellen
Cellen zijn de kleinste ''bouwsteentjes'' van je lichaam
Slide 5 - Tekstslide
Orgaanstelsel
Alle organen die
samenwerken aan
een taak
Slide 6 - Tekstslide
Orgaanstelsel werken samen
Slide 7 - Tekstslide
Spieren hebben nodig:
Glucose en Zuurstof
voor: verbranding
Slide 8 - Tekstslide
Verbranding
Formule:
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Afvalstoffen
Slide 11 - Tekstslide
Beschrijven uit welke onderdelen een cel is opgebouwd en voorbeelden van cellen noemen.
Slide 12 - Open vraag
Noem 5 orgaanstelsels
Slide 13 - Open vraag
Welke organen horen bij het bloedvatenstelsel?
Slide 14 - Open vraag
Welke twee stoffen heb je nodig bij verbranding?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en zuurstof
C
Koolstofdioxide en water
D
Koolstofdioxide en glucose
Slide 15 - Quizvraag
Welke twee stoffen afvalstoffen blijven over na de verbranding?
A
Water en zuurstof
B
Glucose en zuurstof
C
Koolstofdioxide en water
D
Koolstofdioxide en glucose
Slide 16 - Quizvraag
Koolstofdioxide verlaat het lichaam door.......
A
Te zweten
B
Door te plassen
C
Door uit te ademen
Slide 17 - Quizvraag
Water raak je door middel van drie organen kwijt. Welke hoort er niet bij
A
Longen
B
Huid
C
Nieren
D
Spieren
Slide 18 - Quizvraag
Taak per orgaanstelsel:
Spierstelsel
Bewegen
Alle spieren
Verteringsstelsel
Verteren van voedingsstoffen
Mond, slokdarm, maag, darmen, anus
Ademhalingsstelsel
Zuurstof opnemen + koolstofdioxide afgeven
Neusholte, mondholte, luchtpijp, longen
Bloedvatenstelsel
Vervoeren van stoffen
Hart en bloedvaten
Zenuwstelsel
Aansturen en laten samenwerken van je organen
Hersenen, ruggenmerg en zenuwen
Beenderstelsel (skelet)
Stevigheid
Alle botten
Slide 19 - Tekstslide
Aan het werk:
Op je Chromebook: lescode staat op het bord.
Paragraaf 8.1 Opdracht 1 t/m 14
Opdracht 15 = mavo! Kijk of die lukt.
Werkhouding. Zorg de de anderen kunnen werken.
Slide 20 - Tekstslide
Hoofdstuk 8: Je lichaam werkt
8.1 Het werkt
8.2 Je ademt
8.3 Je bloed vervoert
8.4 Je bloedsomloop
Slide 21 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Aanwezigheid | leermiddelen | Huiswerk
Vorige les | Uitleg | leerdoelen
Aan het werk
Afronding van de les.
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen 8.2
Beschrijven wat er met het middenrif en borstkas gebeurt tijdens ademhaling.
De vorm en functie van longblaasjes beschrijven.
Beschrijven waardoor je beter door je neus kan ademhalen.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Hoe haal je adem?
De longen zitten binnenin de borstkas.
Longen zitten met een dun vlies vast aan de borstkas
Als de borstkas en longen
groter worden, adem je in.
Als de borstkas en longen
kleiner worden, adem je uit.
Slide 25 - Tekstslide
Hoe haal je adem?
De borstkas kan groter en kleiner
worden door de ribben en
het middenrif te bewegen.
Door die bewegingen kun je
ademhalen.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Hoe komt de lucht in je longen?
Ademhalingsstelsel:
Lucht
Slide 28 - Tekstslide
Hoe komt zuurstof in je bloed?
Zuurstof:
in longblaasjes
door dunne wand longblaasje
door dunne wand bloedvaatje
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 31 - Link
Opnemen van
zuurstof in je bloed;
Afgeven van
koolstofdioxide aan
de buitenlucht.
Slide 32 - Tekstslide
Waarom moet je door je neus ademen?
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Waarom moet je door je neus ademen?
Je neus ‘keurt’ de lucht. (Je ruikt je vieze of gevaarlijke luchtjes, zoals van bedorven eten of een brandlucht)
Je neus houdt stof tegen. (De neusharen houden grote stofdeeltjes tegen. stofdeeltjes kunnen longblaasjes beschadigen)
Je neus maakt de lucht vochtig en warm (In het slijmvlies zitten veel bloedvaatjes die warmte afgeven aan de ingeademde lucht. Het slijmvlies maakt slijm. Uit dat slijm verdampt water. Hierdoor wordt de ingeademde lucht vochtig)
Slide 35 - Tekstslide
Aan het werk:
Op je Chromebook: lescode staat op het bord.
Paragraaf 8.1 Opdracht 1 t/m 14
Opdracht 15 = mavo! Kijk of die lukt.
Klaar? Door naar 8.2 Opdracht 1 t/9
Slide 36 - Tekstslide
8.2: je ademt
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Video
00:55
Als het middenrif OMHOOG gaat, adem je ...
A
in
B
uit
Slide 39 - Quizvraag
01:38
Je ademt in. Na de luchtpijp komt de lucht eerst in de ....
A
bronchiën
B
keelholte
C
longblaasjes
D
neusholte
Slide 40 - Quizvraag
02:51
Welke afvalstoffen ontstaan er bij verbranding?
A
zuurstof en water
B
koolstofdioxide en water
C
glucose en zuurstof
D
koolstofdioxide en glucose
Slide 41 - Quizvraag
Hoe noemen we de splitsing van de luchtpijp?
Slide 42 - Open vraag
Welke stof ademen we in?
Slide 43 - Open vraag
Je ademt in. Na de luchtpijp komt de lucht in de ..................