hulpwerkwoord en voltooid deelwoord

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

De regel bij het schrijven van het voltooid deelwoord is: Het is klaar, voltooid, dus voltooide tijd. Ik denk aan de categoriekaart.

Het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord horen bij de voltooide tijd. Het hulpwerkwoord staat samen met een ander werkwoord in de zin. Het voltooid deelwoord is het werkwoord dat zegt dat iets voltooid is. Het staat altijd samen met een hulpwerkwoord in de zin. 

Jimmy heeft zichzelf 8 punten gegeven.
Wat is het hulpwerkwoord?

1. gegeven
2. heeft

Kautar is altijd de liefste geweest.

Wat is het hulpwerkwoord

1. is
2. geweest

Saar had gisteren yoghurt meegekregen.
Wat is het hulpwerkwoord?

1. had
2. gekregen

Caithlin heeft haar haren vandaag los gedragen.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. heeft
2. gedragen

Davaio heeft gisteren veel gekletst.

Wat is het voltooid deelwoord?

1. gekletst
2. heeft

Noa heeft gisteren ook teveel gekletst.

Wat is het hulpwerkwoord?

1. heeft
2. gekletst

Zayd is gisteren eerder opgehaald.

Wat is het hulpwerkwoord?

1. is
2. opgehaald

Amir heeft gisteren een compliment gegeven.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. heeft
2. gegeven

Siraj had gisteren te horen gekregen dat hij behulpzaam is.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. gekregen
2. had

Joey heeft zichzelf 6 punten gegeven.

Wat is het voltooid deelwoord?

1. gegeven
2. heeft

Daan werd gisteren door zijn moeder de klas in gezet.
Wat is het hulpwerkwoord?

1. werd
2. gezet

Jerry werd door de juf betrapt met de verkeerde app.
Wat is het hulpwerkwoord?

1. betrapt
2. werd

Dylan werd ook betrapt met de verkeerde app.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. werd
2. betrapt

De juf heeft gisteren wat muntjes uitgedeeld.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. uitgedeeld
2. heeft