Havo 2 - Hoofdstuk 3 - Spelling

H3 - spelling
Havo 2 - Nederlands

Koppelteken en weglatingsstreepje 

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 - spelling
Havo 2 - Nederlands

Koppelteken en weglatingsstreepje 

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kennen/kunnen?
Hoofdstuk 1
- leestekens
- gebiedende wijs

Hoofdstuk 2
- Leenwoorden
- Engelse werkwoorden

Hoofdstuk 3
- koppelteken en weglatingsstreepje
- lastige werkwoordsvormen -d of -dt?

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les kan ik:


Het koppelteken en het weglatingsstreepje op de juiste manier gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Koppelteken
Samenstellingen schrijf je in principe aan elkaar.

Bijvoorbeeld:
voetbal + competitie = voetbalcompetitie
tentamen + stress =  tentamenstress

Slide 4 - Tekstslide

Woorden aan elkaar
Als verschillende woorden samen één nieuw begrip zijn, schrijf je het als één woord: aan elkaar dus.

Schrijf je een deel los, dan verandert de betekenis.

Kijk maar...

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Maar.. er is een uitzondering!
Soms laat de uitspraak of de spelling het niet toe om woorden aan elkaar te schrijven, terwijl we het wel als één begrip bedoelen. Bijvoorbeeld: dominoeffect. 


Wat doe je dan?
We maken dan gebruik van een koppelteken (-)

Slide 12 - Tekstslide

Het koppelteken...
gebruik je bij een samenstelling  ALS er sprake is van:
- een klinkerbotsing (bijvoorbeeld: eu, oe, ie, ee, au, ou, oo enz.)
- een afkorting, teken, letter (#-teken, t-splitsing, vwo-leerling)
- een tweede deel met een hoofdletter (Noord-Holland)
twee gelijkwaardige delen (je bent chef EN kok = chef-kok)
- een voorvoegsel uit de lijst (zie boek)

Slide 13 - Tekstslide

politie + academie
A
politie academie
B
politieacademie
C
politie-academie

Slide 14 - Quizvraag

studie + avond
A
studie avond
B
studieavond
C
studie-avond

Slide 15 - Quizvraag

gala + avond
A
gala avond
B
galaavond
C
gala-avond

Slide 16 - Quizvraag

domino + effect
A
domino effect
B
dominoeffect
C
domino-effect

Slide 17 - Quizvraag

Weglatingsstreepje
- Zelfde teken (-) als koppelteken, maar andere functie;
- Gebruik je als je een deel van het woord weglaat;

Invoer en uitvoer --> in- en uitvoer 
Ingang en uitgang --> in- en uitgang
Jongensjassen en jongenspetten --> jongensjassen en -petten 

Slide 18 - Tekstslide

Let op! 
Je gebruikt geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat. Alleen als je een deel van het woord weglaat. 

Dure oorbellen en goedkope oorbellen 
--> 
Dure en goedkope oorbellen 

Slide 19 - Tekstslide

Plaats waar mogelijk een weglatingsstreepje:
telefoonhoesjes en iPadhoesjes

Slide 20 - Open vraag

Plaats waar mogelijk een weglatingsstreepje:
televisiefilms en televisieseries

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

[worden] jij morgen 24 jaar?

Slide 23 - Open vraag

Hij is gisteren [verhuizen] naar de andere kant van de stad.

Slide 24 - Open vraag

[worden] eens wakker!

Slide 25 - Open vraag

De kok [bereiden] een lekkere maaltijd.

Slide 26 - Open vraag

De [vergroten] foto [worden] aan de muur gehangen.

Slide 27 - Open vraag