3.6 Weer en klimaat in Nederland

3.6 Weer en klimaat in Nederland
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.6 Weer en klimaat in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vragen over par 3.5 - NL een gematigd zeeklimaat?
  • Uitleg par 3.6 - Weer en klimaat in NL 
  • Bespreken so

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet dat er in Nederland kleine klimaatverschillen bestaan en in welke gebieden die merkbaar zijn.

- Je begrijpt wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect, op welke manier het versterkt broeikaseffect ontstaat en welke invloed dit heeft op het klimaat. 

- Je kunt met behulp van kaarten aangeven welke verschillen 
in weer en klimaat er in Nederland zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Maak een foto van je samenvatting of mindmap par 3.6 en plaats het hieronder.

Slide 4 - Open vraag

Klimaatverschillen binnen Nederland
De volgende factoren hebben invloed op een klimaat in een land:
- Breedteligging
- Aanwezigheid zee
- Reliëf (hoogteverschillen, zoals bergen)

Slide 5 - Tekstslide

Neerslag
De meeste neerslag valt in hooggelegen gedeeltes in Nederland door de aanwezigheid van hoogteverschillen en als je de afbeelding bekijkt ook aan de kust.

Slide 6 - Tekstslide

Smaken verschillen
In Nederland kan het weer ooit snel omslaan, je hoort daarom ook niet voor niks dat er ooit in een dag alle vier de seizoenen terugkomen. 
Desondanks is de temperatuur in Nederland vaak nooit te warm of te koud, dit vinden planten bijvoorbeeld prettig. Daarnaast speelt de wind ook een rol, ooit is het windstil en dan weer zonnig. Windstil lijkt prettig, maar dit brengt ook problemen met zich mee, namelijk smog.

Maar wat is smog eigenlijk en hoe ontstaat het?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

0

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Smog

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Vragen? Aan de slag
  • Maken par 3.6 in je digitale pakket
  • Controleer of je alle geresette vragen van par 3.1 tm 3.5 opnieuw hebt gemaakt. 
  • Controleer of je de boxen van H3 hebt gemaakt. 
  •  HW: zie Magister volgende les

Slide 16 - Tekstslide

Bespreken so + PO
HW: zie Magister
Spullen in tas
Pak een potlood of markeerstift

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Vragen over broeikaseffect / klimaatverandering?
  • Uitleg gevolgen klimaatverandering + smog
  • ZW
  • HW

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet dat er in Nederland kleine klimaatverschillen bestaan en in welke gebieden die merkbaar zijn.

- Je begrijpt wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect, op welke manier het versterkt broeikaseffect ontstaat en welke invloed dit heeft op het klimaat. 

- Je kunt met behulp van kaarten aangeven welke verschillen 
in weer en klimaat er in Nederland zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het versterkt broeikaseffect?
A
Een klein deel van de warmte die de aarde uitstraalt, wordt door gassen zoals CO2 in de atmosfeer vastgehouden.
B
Het broeikaseffect werkt sterker doordat de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer stijgt als gevolg van de verbranding van aardolie, aardgas en steenkool.

Slide 20 - Quizvraag

Noem twee gevolgen van het versterkt broeikaseffect voor NL

Slide 21 - Open vraag

In welke stad is de kans op smog het grootst?
A
Eindhoven
B
Enschede
C
Apeldoorn
D
Amsterdam

Slide 22 - Quizvraag

Volgende les
  • Leren H. 3 (stel vragen!) 


Slide 23 - Tekstslide