3.6 Weer en klimaat in Nederland

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

3.6 Weer en klimaat in Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
--> Je weet dat er in Nederland kleine klimaatverschillen bestaan en in welke gebieden die merkbaar zijn
--> Je begrijpt wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect, op welke manier het versterkt broeikaseffect ontstaat en welke invloed dit heeft op het klimaat;
--> Je kunt met behulp van kaarten aantonen welke verschillen in weer en klimaat er in Nederland zijn
Planning

--> Over de toets
--> Herhalen vorige les
--> Uitleg
--> Zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Waarom verschilt de temperatuur op dezelfde breedte?
Denk aan de opwarming van zee/land en de wind
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

De windrichtingen
Koel & nat
Zacht & nat
Kil & nat
Koud & sneeuw
Droog & heet
Droog & zeer koud
Warm & vochtig
Zacht & vochtig

Slide 5 - Tekstslide

Welk type wind hoort bij de afbeelding?
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
A
Is beide hetzelfde
B
Het weer is klimaat over een lange periode + groot gebied
C
Het klimaat is weer over een lange periode + groot gebied

Slide 7 - Quizvraag

Welk klimaat heeft Nederland?
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Gematigd zeeklimaat

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Link

Gemiddelde en extreme temperaturen
Klimaatverandering = de geleidelijke verandering van het klimaat

Hoe weet je dat? -->  Het KNMI meet het! 

Slide 10 - Tekstslide

    Weerballon

Slide 11 - Tekstslide

Temperatuur ... graden gestegen


Neerslag: dan droger dan weer een stortbui

Slide 12 - Tekstslide

Temperatuur 1,7 graden gestegen


Neerslag: dan droger dan weer een stortbui

Slide 13 - Tekstslide

Het broeikaseffect
Broeikaseffect:
Het tegenhouden van warmtestraling door broeikasgassen.

Versterkt broeikaseffect:
De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor er meer warmte blijft hangen op aarde. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe warm (of koud) zou het op aarde zijn zonder ozonlaag?

Slide 15 - Tekstslide

Smog
Smog
Smoke + fog = Smog

Letterlijk vertaald: door rook en uitlaatgassen vervuilde mist.

Zie je vaak als het windstil is

Slide 16 - Tekstslide

Smog

Slide 17 - Tekstslide

SMOG

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Smog oorzakensmog 

Slide 20 - Tekstslide

Smog
Steeds vaker is het langer
 droog met weinig wind
De luchtvervuiling hoopt 
zich op = smog

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Zelf aan de slag
Maak van paragraaf 3.6 de opdrachten 2, 3, 4 en 6


Klaar? Maak opdracht 7 of leer voor het proefwerk




Slide 23 - Tekstslide