In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Natuurrampen in Japan
Japan:
Dichtbeboste eilanden met bergen
Een kwart van het oppervlak is goed bewoonbaar
Elke dag aardschokken, soms zware aardbevingen. Er zijn ook veel vulkanen.
Wat zijn aardbevingen?
Wat zijn vulkanen?
Wat zijn aardbevingen en vulkanen?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Bewegingen van platen
Platen kunnen op drie manieren bewegen:
Naar elkaar toe: convergentie
Van elkaar af: divergentie
Langs elkaar: transform
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Divergent?
A
Platen schuiven langs elkaar
B
Platen drijven uit elkaar
C
Platen drijven naar elkaar toe
Slide 6 - Quizvraag
Van elkaar af: divergentie
De ruimte wordt opgevuld met magma -> vorming nieuwe aardkorst.
Als twee oceanische platen uit elkaar drijven -> gebergte: mid-oceanische rug).
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Convergent?
A
Platen schuiven langs elkaar
B
Platen drijven uit elkaar
C
Platen drijven naar elkaar toe
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Convergent ------->
Platen drijven naar elkaar toe
Oceanische plaat (zwaarder), duikt onder de Continentale (lichte)
Op de plek waar de plaat wegduikt, is de zee soms wel meer dan 10 km diep. Zo’n diepe kloof onder in de zee noem je een trog .
Door botsing van platen ontstaan er aardbevingen. De beweging van de platen gaat niet vloeiend, maar met schokken. Langzaam wordt de spanning in de aardkorst opgebouwd. Soms jarenlang niks en dan opeens verschuiven de platen een paar meter tegelijk. Hierdoor ontstaan trillingen in de aardkorst en dat zijn de aardbevingen.
Slide 11 - Tekstslide
Vulkaan
Slide 12 - Tekstslide
Subductie is?
A
Het duiken van een continentale plaat onder een oceanische plaat
B
Het duiken van een oceanische plaat onder een continentale plaat
C
Twee oceanische platen botsen
D
Twee continentale platen botsen
Slide 13 - Quizvraag
Subductie
A
Divergentie
B
Continent-Continent
C
Convergentie
D
Lichte plaat duikt onder zware plaat.
Slide 14 - Quizvraag
Transform?
A
Platen schuiven langs elkaar
B
Platen drijven uit elkaar
C
Platen drijven naar elkaar toe
Slide 15 - Quizvraag
Hypcentrum Plaats diep in de aardkorst waar de aardbeving begint. Epicentrum Het punt waar de aardbeving aan de aardoppervlakte komt, direct boven het hypocentrum.
Slide 16 - Tekstslide
Schaal van Richter Schaal om de kracht van een aardbeving aan te geven.
Schaal van Richter Schaal om de kracht van een aardbeving aan te geven.
Slide 17 - Tekstslide
Het punt waar de aardbeving aan de aardoppervlakte komt?
A
Hypocentrum
B
Epicentrum
Slide 18 - Quizvraag
Een aardbeving is een .....
A
endogene kracht
B
exogene kracht
Slide 19 - Quizvraag
Endogene en exogene krachten
De aardkorst verandert van vorm door natuurkrachten
2 kanten:
Van buiten af: exogene krachten
Van binnen: endogene krachten
exo = buiten
endo = binnen
Slide 20 - Tekstslide
Tsunami
Aardbeving op de bodem van de zee: Zeebeving
Een stuk zeebodem wordt opgetild
Japans woord Tsunami (Havengolf/vloedgolf)
Midden op de oceaan: 800 km/h
Hoogste golf ooit: 85 meter!
Slide 21 - Tekstslide
Schepen, auto's, huizen worden meegesleurd
Slide 22 - Tekstslide
Tsunami
Slide 23 - Tekstslide
Gevolgen van de tsunami
Een tsunami wordt gevaarlijk in ondiep water, bij de kust de golf wordt afgeremd door de zeebodem.
Bij het afremmen haalt het achterste deel van de golfberg het voorste stuk in.
Slide 24 - Tekstslide
De kernreactor in Fukushima ontplofte en er kwam straling vrij.Veel mensen uit de omgeving moesten weg.
Aantal doden: 15.800, maar ook nog veel vermisten. Materiële schade: honderden miljarden euro’s.