H5 Nigeria §4 les 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5: Nigeria

§4 Les 2

Lesplanning:

• Terugblik vorige les
• Instructie §4
• Aan de slag!
  

Terugblik vorige les

1. Ontwikkelingssamenwerking
2. Vrije wereldhandel
3. Buitenlandse investeringen
4. Werken in het buitenland 

Hoeveel % van het BNP van NL gaat naar ontwikkelingssamenwerking?

Welk begrip past bij deze afbeelding?

Ontwikkelingssamenwerking

• Ontwikkelingshulp = hulp rijke landen aan arme landen om levensomstandigheden te verbeteren 

• Vroeger: rijke landen bedenken oplossingen
• Tegenwoordig: eigen plannen arme landen -> rijke landen ondersteunen = ontwikkelingssamenwerking.

Hoe kan een staat zich ontwikkelen?

1. Ontwikkelingssamenwerking
2. Vrije wereldhandel
3. Buitenlandse investeringen
4. Werken in het buitenland 

Vrije wereldhandel

Vrije wereldhandel:

Landen kunnen met elkaar handel drijven zonder elkaar tegen te werken.

-> Elk land exporteert waar zij goed in zijn

Export Nigeria: aardolie en tropische producten

Vrije wereldhandel

Nadelen vrije wereldhandel:

• Veel concurrentie
• Prijzen schommelen
• Goedkopere import

-> om zichzelf te beschermen kiezen landen voor invoerrechten

Vrije wereldhandel

Is er nu sprake van vrije wereldhandel?

Vrije wereldhandel

Is er nu sprake van vrije wereldhandel?

Nee, landen hebben invoerrechten en geven subsidies.

Invoerrechten

Invoerrechten of importheffingen = Een extra belasting op buitenlandse producten zodat deze duurder worden. 

De eigen producten worden dan goedkoper. 
Mensen zullen dus het product uit het eigen land kopen omdat dit goedkoper is. 

Dat is goed voor de eigen industrie en voor banen.

Invoerrechten

        ''normale'' prijs van staal                                             Prijs van staal in de V.S. 

Subsidies

       ''normale'' prijs van staal                                             Prijs van staal in de V.S. 

Subsidies

In de Amerikaanse staal is duurder dan de Europese staal. Als de VS de staalproducenten geld geven (subsidies, blauw), kunnen zij hun staal tegen een lagere prijs verkopen. Het verschil tussen de lage verkoopprijs en verkoopprijs zonder subsidies (blauw) krijgen zij van de Amerikaanse overheid.

Op die manier wordt Amerikaanse staal goedkoper, zullen zij dit verkopen en Europa niet.

Is dit een voorbeeld van vrije wereldhandel?

1. Jazeker
2. Neen

Aan de slag!

Maken in online werkboek H5.4 opdr. 4 + 5