Waarnemen en reageren
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is geen adequate prikkel voor de huid?
A
Kou
B
Pijn
C
Vocht
D
Druk
Slide 4 - Quizvraag
Een voorbeeld van een inwendige prikkel is...
A
Honger
B
Kou
C
Smaak
D
Geur
Slide 5 - Quizvraag
De beste omschrijving van een prikkel is....
A
Een impuls die de uit de omgeving komt
B
Een verandering van je bewustwording
C
Een verandering in de omgeving
D
Een elektrisch stroompje
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De functie van zintuigen zijn......
A
Prikkels opvangen
B
Impulsen opvangen
C
Prikkels maken
D
Impulsen maken
Slide 9 - Quizvraag
Zintuigen vangen prikkels op en maken impulsen deze worden daarna
A
Via zenuwen naar de hersenen verstuurd
B
Direct naar de hersenen verstuurd
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Het centraal zenuwstelsel bestaat uit:
A
Hersenen, ruggenmerg en zenuwen
B
Hersenen en zenuwen
C
Zenuwen en ruggenmerg
D
Hersenen en ruggenmerg
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
De lichtbundel wordt in je oog afgebroken door...
A
het hoornvlies
B
de lens
C
de pupil
D
door het netvlies
Slide 16 - Quizvraag
Op je netvlies liggen staafjes en kegeltjes deze liggen voornamelijk ...
A
Bij de blinde vlek
B
Bij de gele vlek
C
In het glasachtig lichaam
D
In de zenuw
Slide 17 - Quizvraag
De kegeltjes op het netvlies zijn voor
A
kleur
B
contrast
Slide 18 - Quizvraag
Het is donker buiten, zintuigcellen op het netvlies zijn actief?
A
Alleen de staafjes
B
Alleen de kegeltjes
C
Zowel de staafjes als de kegeltjes
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Welk onderdeel van het oog moet vochtig blijven door middel van traanvocht?
A
Pupil
B
Iris
C
Hoornvlies
D
Vaatvlies
Slide 22 - Quizvraag
Hoe heet de plek waar de oogzenuw het oog verlaat?
A
Vaatvlies
B
Zintuigcel
C
Gele vlek
D
Blinde vlek
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Als je bijziend bent dan...
A
Zie je de dingen van dichtbij niet meer scherp
B
Zie je de dingen veraf niet meer scherp
Slide 27 - Quizvraag
Accommoderen is het scherpstellen van de lens in je oog. Wat gebeurd er als je iets ver weg scherp wilt zien?
A
Lensbandjes zijn ontspannen, lens is plat
B
Lensbandjes zijn ontspannen, lens is bol
C
Lensbandjes zijn gespannen, lens is plat
D
Lensbandjes zijn gespannen, lens is bol
Slide 28 - Quizvraag
Zijn bij deze persoon de kringspieren of de lengte- spieren gespannen?
A
Kringspieren
B
Lengtespieren
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde van geluid in je oor?
A
gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies - gehoorzenuw
B
gehoorgang - gehoorbeentjes - gehoorzenuw - trommelvlies
C
gehoorgang - trommelvlies - gehoorzenuw - gehoorbeentjes
D
gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes - gehoorzenuw
