Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3JAM Examen schrijven
Nederlands examenvoorbereiding les 1 schrijven
Nederlands
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands examenvoorbereiding les 1 schrijven
Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Het examen Schrijven
Het schrijfexamen bestaat uit
2 schrijfopdrachten
.
Zakelijke brief/e-mail, artikel, betoog, verslag, memo.
Je wordt beoordeeld op je schrijfvaardigheid (en taalverzorging) Nederlands.
Slide 2 - Tekstslide
Voorwaarde voor beoordeling
De opdrachten zijn in het Nederlands geschreven;
Minimaal 80%
van het totaal van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.
Wanneer je examen
niet voldoet aan deze precondities
, wordt het niet beoordeeld.
Slide 3 - Tekstslide
Beoordeling examen Schrijven
inhoud (80% van de inhoud verwerkt?)
structuur (inleiding, middenstuk, slot, alinea's, kopjes, signaalwoorden, etc.)
afstemming op doel en doelgroep
taalverzorging (spelling, zinsbouw, interpunctie)
Slide 4 - Tekstslide
Vandaag
Veelvoorkomende woorden/zinnen
Zakelijke e-mail schrijven
Voorbereiden examen
Slide 5 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
doormiddelvan
B
doormiddel van
C
door middelvan
D
door middel van
Slide 6 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Na aanleiding van uw vraag ben ik opzoek...
B
Naar aanleiding van uw vraag ben ik op zoek...
C
Naar aanleiding van uw vraag ben ik opzoek...
D
Na aanleiding van uw vraag ben ik op zoek...
Slide 7 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
interessante herinneringen
B
interesante herinneringen
C
interessante herineringen
D
interesante herineringen
Slide 8 - Quizvraag
Na welk woord schrijf je een komma?
We werken erg hard hier in Spanje maar het is wel erg gezellig.
A
na hard
B
na hier
C
na Spanje
D
na maar
Slide 9 - Quizvraag
Na welk woord schrijf je een komma?
Ik wil graag bij u werken omdat ik veel goede verhalen over uw bedrijf heb gehoord.
A
na verhalen
B
na omdat
C
na werken
D
na bedrijf
Slide 10 - Quizvraag
Zakelijk schrijven
Je zult regelmatig een zakelijke e-mail moeten schrijven. Niet alleen tijdens je werk, maar ook privé.
Slide 11 - Tekstslide
Wat weet je over een zakelijke e-mail?
Slide 12 - Woordweb
Opbouw e-mail
Vul een onderwerpsregel in
Aanhef
Inleiding
- waarom schrijf je deze mail?
Middenstuk - Alinea 1
Middenstuk - Alinea 2
Afsluitende zin
Slot
Je volledige naam
Slide 13 - Tekstslide
Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte
Slide 14 - Quizvraag
Schrijfwijze van namen in de aanhef
Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,
Schrijf nooit: Geachte
Mediamarkt,
Slide 15 - Tekstslide
Inleiding
In de inleiding vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleiding.
Slide 16 - Tekstslide
Middenstuk/ kern
Het middenstuk heeft minimaal 2 alinea's.
In deze alinea's beschrijf je de verplichte punten uit de opdracht.
Beschrijf de situatie om je punten te onderbouwen.
Beschrijf deze punten wel zo kort mogelijk!!
Gebruik makkelijke woorden. Zo voorkom je spelfouten.
Slide 17 - Tekstslide
Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Dit doe je na de laatste alinea.
Bijvoorbeeld:
Ik hoop spoedig van u te horen.
Graag ontvang ik zo spoedig mogelijk een reactie van u.
Slide 18 - Tekstslide
Slot en je naam
Gebruik een van de twee:
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
-witregel-
Sluit af met je voornaam en achternaam.
Slide 19 - Tekstslide
Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,
Slide 20 - Quizvraag
Welke opbouw van een zakelijke e-mail is juist?
A
kern - onderwerp - aanhef - inleiding - slot - afsluiting
B
inleiding - aanhef - kern - afsluiting - slot
C
aanhef - inleiding - kern - onderwerp - slot - afsluiting
D
onderwerp - aanhef - inleiding - kern - slot - afsluiting
Slide 21 - Quizvraag
Uit hoeveel alinea's bestaat het middenstuk minimaal?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 22 - Quizvraag
Met welke zin sluit je de e-mail af?
Slide 23 - Open vraag
Checklist!
Begint de e-mail met een beleefde aanhef?
Staat in de inleiding waarom je deze mail stuurt?
Staat in het middenstuk (kern): wat, waarom, waarover..?
Staat de verwachting van de lezer in het slot?
Eindigt de mail met een beleefde slotgroet?
Hoe is de spelling en formulering?
Verdeeld in alinea's en netjes taalgebruik?
Zijn alle gevraagde punten in de e-mail verwerkt?
Slide 24 - Tekstslide
Aan de slag!
Maken opdracht 5
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 1 Voorbereiding examen Schrijven: Zakelijke e-mail
Maart 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Uitleg examen Zakelijke e-mail schrijven JAM
Mei 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Les 5 Uitleg examen Zakelijke e-mail schrijven
Januari 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Les 4 Uitleg examen Zakelijke e-mail schrijven
November 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Zakelijke e-mail voor de toets
Juni 2020
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3,4
Zakelijke e-mail
December 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Les 4 Taak 2 Schrijven zakelijke brief
Januari 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 4 Taak 2 Schrijven zakelijke brief
Mei 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1