Zakelijke e-mail voor de toets

Een zakelijke e-mail schrijven
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een zakelijke e-mail schrijven

Slide 1 - Tekstslide

In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef aan Johan de Boer in de zakelijke e-mail?
A
Geachte J. De Boer,
B
Geachte J. de Boer,
C
Geachte meneer De Boer,
D
Geachte meneer de Boer,

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef aan Johan van der Sluis in de zakelijke e-mail?
A
Geachte J. Van der Sluis,
B
Geachte meneer Van der Sluis,
C
Geachte meneer Van Der Sluis,
D
Geachte meneer van der Sluis,

Slide 4 - Quizvraag

Hoe schrijf je als je geen idee hebt wie de persoon is aan wie je de e-mail schrijft?

Slide 5 - Open vraag

Als jij een sollicitatiebrief schrijft naar de Albert Heijn.
Hoe ziet je aanhef eruit?

Slide 6 - Open vraag

Als jij een sollicitatiebrief schrijft naar de Dierenpark Blijdorp.
Hoe ziet je aanhef eruit?

Slide 7 - Open vraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 8 - Quizvraag

Wat zet je in de inleiding van de zakelijke e-mail?
A
De aanleiding voor het schrijven van je brief.
B
De aanleiding voor het schrijven van je brief en je stelt jezelf voor.
C
Je stelt jezelf voor.
D
De aanleiding voor het schrijven van je brief, je stelt jezelf voor en je motivatie.

Slide 9 - Quizvraag

Stel jezelf voor met je naam en klas

Slide 10 - Woordweb

Wat zijn de signaalwoorden voor het tekstverband:
opsomming?

Slide 11 - Woordweb

Wat zijn de signaalwoorden voor het tekstverband:
reden?

Slide 12 - Woordweb

Vóór het woord want schrijf je een komma
A
Ja!
B
Nee!

Slide 13 - Quizvraag

Deze brief schrijf ik, omdat ........

De zin hierboven is juist geschreven.
A
Ja!
B
Nee!

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de signaalwoorden voor het tekstverband:
tegenstelling?

Slide 15 - Woordweb

Het schrijven van een zakelijke e-mail is makkelijk, maar.....

De zin hierboven is juist geschreven.
A
Ja!
B
Nee!

Slide 16 - Quizvraag

Het schrijven van een zakelijke e-mail is makkelijk, echter.....

een ander woord voor maar is echter
A
Ja!
B
Nee!

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer schrijf je hoofdletters?

Slide 18 - Woordweb

Wanneer je binnen een e-mailprogramma een e-mailbericht opstelt kan je meerdere (type) geadresseerden kiezen. Naast de ontvanger kan je ook altijd een adres typen bij cc en bcc.

Wat betekent bcc bij een e-mail?
A
een kopie
B
een blinde kopie
C
BCC Elektrospeciaalzaken
D
Engels televisiezender

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een correcte slotzin?
A
alvast bedankt voor uw reactie.
B
Alvast bedankt voor uw reactie
C
Alvast bedankt voor u reactie.
D
Alvast bedankt voor uw reactie.

Slide 20 - Quizvraag

Sluit af met je voor- en achternaam en klas

Slide 21 - Open vraag

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 22 - Tekstslide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 23 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 24 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 25 - Tekstslide

zakelijke e-mail
aanhef         Geachte mevrouw/meneer   of  Geachte mevrouw De Vries

inleiding      Waarom stuur je de e-mail?    
                     voorstellen

kern             vragen / informatie  
                     Veel? Dan opdelen in meerdere alinea's.

slot               Schrijf wat je van de lezer verwacht
                      Bedank de lezer alvast

afsluiting      Met vriendelijke groet,

naam             voor- en achternaam


witregels

Slide 26 - Tekstslide

Besteed in je brief aandacht aan de volgende punten:
− jezelf voorstellen met naam, klas en school;
− aanleiding van de brief: de discussie in de klas;
− de inhoud van de discussie;
− twee mogelijke redenen voor een onderscheid tussen mannen- en
vrouwenberoepen;
− jouw mening over het onderscheid tussen mannen- en
vrouwenberoepen;
− twee argumenten voor jouw mening;
− de vraag die jullie als klas hebben aan de redactie van het
programma;
− een verzoek om een spoedig antwoord. 
Schrijf een enthousiaste mail met jouw sollicitatie/motivatie naar .....

Besteed in je brief aandacht aan de volgende punten:

− jezelf voorstellen met naam, klas en school;
− aanleiding van de e-mail
− Leg uit waarom jij....
− Stel de vragen over...........

− Geef twee argumenten waarom jij....
− een verzoek om een spoedig antwoord. 

Sluit je e-mail af met "Met vriendelijke groet, " en sluit af met je voor- en achternaam en klas.


Slide 27 - Tekstslide

Recensie schrijven

Slide 28 - Tekstslide



Goed gewerkt vandaag! 
Neem deze lessonup voor de toets nog even goed door!

Slide 29 - Tekstslide