In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
3.5: afweer
3.5 Afweer
Slide 1 - Tekstslide
Lichaamsvreemde stoffen
Stoffen die je lichaam niet kent, noem je lichaamsvreemde stoffen. Dit kunnen ziekteverwekkers zijn zoals bacteriën en schimmels, maar ook iets zoals stuifmeelkorrels!
Slide 2 - Tekstslide
Aan het einde van de les...
- Kan ik beschrijven op welke manieren immuniteit werkt en hoe dat kan ontstaan;
- Kan ik uitleggen wat er aan de hand is bij een allergie.
Slide 3 - Tekstslide
Infectie
Ziekteverwekkers kunnen een infectie veroorzaken, je wordt dan ziek. Je lichaam gaat dit bestrijden.
Een type witte bloedcellen kan antistoffen maken. Deze antistoffen hecht zich aan het oppervlak van de ziekteverwekker. Daardoor wordt de ziekteverwekker onschadelijk gemaakt.
Wel belangrijk:
1 type antistof kan zich maar aan 1 type ziekteverwekker hechten.
Dus voor elke ziekteverwekker is een eigen/andere antistof nodig.
Slide 6 - Tekstslide
Immuniteit
Vaak word je maar één keer ziek van een ziekteverwekker. Je witte bloedcellen kunnen onthouden welke antistoffen ze moeten maken, je wordt zo immuun (kunt niet meer ziek worden).
Slide 7 - Tekstslide
Allergie
Ook een allergie is een overgevoeligheid voor 1 of meerdere stoffen. Je immuunsysteem reageert dan heftig op bepaalde stoffen die eigenlijk niet gevaarlijk zijn (allergische reactie).
Anafylactische shock
Slide 8 - Tekstslide
Maar waarom heb je toch steeds een verkoudheid of een griepje?