Les 2B

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

 2B

Welcome!

Wat gaan we doen vandaag?

-Terugblik

-Opwarmertje

-Uitleg Grammatica

-Oefenopdrachten Grammatica

-Opdrachten uit het boek

-Spreekopdracht

-Afsluiting

Lesdoelen

Je kent het verschil tussen 'going to' en 'will', en wanneer je deze gebruikt 

Terugblik

-1 Waarschuwing

-Apart zetten

Woordenspel

Even jullie woordenschat testen.

Verschil 'Going to' en 'Will' (Maak aantekeningen)

Will= Voorspelling + geen tijdsaanduiding in de zin.

VB: Will you please close the door behind you when you leave?

Going to: Een plan, vaak wel een tijdsaanduiding in de zin.

VB: I am going to start exercising regularly  next week

Andere tijdsaanduidingen: Tomorrow, at 5 o'clock, in the evening

Hoe maak je deze vormen?

Bij will: Will + infinitief (hele ww)

I will cook for you.

Bij going to: to be (is/am/are) + going to + infinitief (hele ww)

They are going to work tonight.

Dingen waar je op moet letten!

Vraagzinnen met Will

VB: Will they eat pizza tonight?

VB: Will you help me tomorrow?

Maak je de zin ontkennend met Will--> gebruik het woordje won't + hele ww

VB: He won't answer his phone tonight.

Opdrachten uit het boek

Open je boek op pagina 167.

Maak opdracht 5&6 zelfstandig in stilte

Klaar? Opdracht 7 

Nog wat vragen om jullie te testen.

Lees de zinnen goed en kies het juiste antwoord.

Alles wat we eerder hebben behandeld komt in een mix naar voren!

Wat moet er op de puntjes?

The boy ................. visit his grandparents this weekend

1. Will
2. Is going to
3. are going to
4. Will go

Wat moet er op de puntjes?

........... she help you with that?

1. Will
2. Are
3. is going to
4. won't

Welke is juist en een ontkenning?

They won't go to school tomorrow.

They will go to school tomorrow.

Will they go to school tomorrow?

are they going to school tomorrow?

They is not going to school tomorrow.

Wat moet er op de puntjes?

I think the girl ........ cook for her family this christmas

1. Will
2. is going to
3. won't
4. are going to

Gebruik je hier will of is going to?

The man ......... win the game.

1. Will
2. Is Going to

Maak een zin waarin je iemand vraagt of het morgen gaat regenen.

Maak een zin waarin je zegt dat een groep mensen (they) niet naar een wedstrijd gaat kijken.

Maak een zin waarin je zegt dat jij en je groep vrienden (we) vroeg naar bed gaan.

Spreekvaardigheid

Bespreek de vragen met degene naast je.

Afsluiting

Wat weten we nog?