Zakelijke e-mail

Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
Uitleg
Opdracht
Pauze
Verder werken
Einde les


Slide 2 - Tekstslide

Waar word je op beoordeeld op je schrijfexamen/toets?
  • Inhoud,
  • Opbouw,
  • Afstemming op de doelgroep
  • Taalverzorging.

Slide 3 - Tekstslide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1
  • Alinea 2
  • Afsluitende zin
  • Slotzin
  • Naam

Slide 4 - Tekstslide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 5 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht  
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 6 - Tekstslide

Laatste alinea
In de laatste alinea spreek je je verwachting uit.
  • Spreek je verwachting uit
  • Wat wil je van de partij
  • Geld terug?
  • tegoedbon
  • Nieuwe kans

Slide 7 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 8 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 9 - Tekstslide

Conventies (regels) zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw,)
  • Inleiding               (Voorstellen, reden van het schrijven)
  • Kern                        (belangrijkste punten vertellen.)
  • Slot                          (Passende afsluiting, komen met oplossing etc) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam    

Slide 10 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Van Sluis,
Geachte mevrouw Van der Sluis,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte meneer Van Ommeren,

Slide 11 - Tekstslide

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte meneer Wouters,

Slide 12 - Quizvraag

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Fakka
B
Geachte
C
Hallo
D
Hoi

Slide 13 - Quizvraag

Wat zet je altijd in de inleiding van een zakelijke e-mail?

Slide 14 - Open vraag

Wat zet je in de laatste alinea van een zakelijke e-mail?

Slide 15 - Open vraag

Volgorde zakelijke e-mail
E-mailadres
ontvanger
Inleiding
Onderwerp in adresbalk
Aanhef
Middenstuk
Slot
Slotzin/
ondertekening

Slide 16 - Sleepvraag

Afsluiting
Wat is de juiste opbouw van een zakelijke e-mail?
Reden van behandelen is dat een examen onderdeel is.
Veel herhaling zodat iedereen het kan.

Slide 17 - Tekstslide