les 5 : par .3.1 Overeenkomsten en verschillen

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 2

Par 3.1 : overeenkomsten en verschillen 

• Terugkijken vorige les: groepsvorming: paar werkvormen 
• Diversiteit
• Inclusie
• Verdrag voor de rechten van het kind
• Hoogsensitiviteit

De groepsvorming - in fases van Tuckman

Forming  - kennismaking

Storming: , Samen regels maken , Conflicten leren oplossen

Norming : Regels aanscherpen, inzetten op samenwerking

Performing : waardering uitspreken,  elkaar vertrouwen besluitvorming 

Adjourning : Op positiive manier afsluiten 

Dilemma 1

Hoorcolleges met alle 2e jaars studenten tegelijk 

Of 

Pedagogiek en didactiek per groep 

Dilemma 2

Met alleen die studenten die het kunnen betalen en tijd hebben een excursie van 2 dagen naar Parijs 

Of

Met de hele groep 1 dag naar Amsterdam  

Dilemma 3 

Alle 3 jaren van de opleiding dezelfde groep

Of

Elk jaar husselen van de groepen 

PAR. 3.1 : Overeenkomsten en verschillen:

Na deze les 

- weet je wat diversiteit betekent 

- weet je wat inclusie is en wat dat inhoudt voor je pedagogisch en didactisch handelen

Weet je wat hoogsensiviteit is en welke kenmerken daarbij horen 

Iedere leerling moet gelijk behandeld worden

Eens

Oneens

Diversiteit

Divers

Verschillend 

Blz 106 

Diversiteit  

• Temperament, karakter, persoonlijkheid , huidskleur 
• ( gezins)cultuur, Jongens en meisjes
• Inkomen ouders 
• Gezinssamenstelling: ouders, broers, zussen of niet 
• Intelligentie, Vaardigheden 
• Religie
• Seksuele voorkeur
• etc.etc. 

Inclusie 

• Iedereen recht erbij te horen
• Iedereen moet deel uit kunnen maken van de samenleving 
• Beperking is geen afwijking, maar verschil 
• Passend onderwijs
• Zoeken naar mogelijkheden 
• Als diversiteit vanzelfsprekend is 

Verdrag van de rechten van het kind. 

  Blz 107

Wat houdt inclusie in voor je pedagogisch en didactische handelen?

Hoogsensitiveit : blz 123

Veel prikkels ervaren 

veel tijd nodig om deze te verwerken 

Hoe komt het dat Hoog-sensitiviteit nu meer voorkomt ? 

Eindopdracht les 4 

1  Schema van diversiteit in je stagegroep. (gedrag, geloof, thuissituatie, afkomst, gezinssamenstelling etc.  ( minimaal 12 personen , zie ook blz  106 ).

2. Hoe ga jij daar mee om, hoe zorg je voor inclusie ? 

- Hoe kun je diversiteit positief inzetten?

- Waar houd je rekening mee? .

- Welke dingen ga je uit de weg?

- Waar loop je tegen aan?