Paragraaf 4.3 De machtige kerk

Paragraaf 4.3: De machtige kerk!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4.3: De machtige kerk!

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Geschiedenis
Herhaling 4.2
Stadsrechten
  • Door vrijheden te kopen kregen marktplaatsen/dorpen stadsrechten
  • Deze kregen ze van vorsten of hoge edelen
  • Met deze rechten werd een dorp een stad

Steden mochten vanaf dat moment:
  • Hun eigen stadsbestuur vormen
  • Zelf zorgen voor hun rechtspraak
  • Een stadsmuur bouwen
  • Eigen belasting heffen (laten betalen) - Tol




Slide 3 - Tekstslide

De machtige Kerk
  • Volgens de mensen in de middeleeuwen zorgden de geestelijken of je na de dood naar de hemel ging.

Slide 4 - Tekstslide

Kerk en geloof
De kerk bepaalde het leven van de mensen.

Gevolg: De Kerk had veel macht over de bevolking

Slide 5 - Tekstslide

Kerk en geloof
Kerk bepaalde dat mensen aan liefdadigheid moesten doen. 
  • Zorg voor de zwakken
  • Zorg aan de Zieken

Slide 6 - Tekstslide

Kerk en geloof
Voor vergeving moest/kon je op bedevaart gaan. 

OP die plekken werden heiligen aanbeden. 

Een heilige: Is Iemand die wordt vereerd om zijn goede daden. 

Als je tot een heilige zou bidden, zou die heilige je komen helpen. 

Slide 7 - Tekstslide

Kerk en geloof
Voor vergeving moest/kon je op bedevaart gaan. 

OP die plekken werden heiligen aanbeden. 

Een heilige: Is Iemand die wordt vereerd om zijn goede daden. 

Als je tot een heilige zou bidden, zou die heilige je komen helpen. 

Slide 8 - Tekstslide

De normen van de kerk
Norm: Wat iets of iemand belangrijk vindt

Ketters: Mensen die niet dezelfde norm hadden dan de kerk. 

Slide 9 - Tekstslide

Heksen


Mannen en vrouwen die kwaad aanrichtte met toverij of de hulp van de duivel

Slide 10 - Tekstslide

Heksen


Mannen en vrouwen die kwaad aanrichtte met toverij of de hulp van de duivel

Slide 11 - Tekstslide

Joden
Andere normen dan de norm van de kerk. 

Pogroms: Uitbarsting aan geweld naar Joden toe. 

Antisemitisme: Anti=tegen Sem= Nakomkelingen van Sem

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Kruistochten
Reden om op kruistocht te gaan: 
  • Jeruzalem bevrijden van de Turken
  • Direct naar de hemel gaan.
  • Na 7 kruistochten gaven de Europeanen dit op. 

Slide 14 - Tekstslide

Geschiedenis
Leerdoelen
4.4 De Macht van Vorsten
In deze paragraaf leer je;
  • hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten (koningen) machtiger werden.
  • hoe vorsten samenwerkten met de drie standen.
  • hoe Duitse koningen minder machtig bleven.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Drie Vorsten
Vorst of Vorsten is een ander woord voor;

Koning of Koningen 

Frankrijk: Koning Lodewijk IX


Slide 17 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Drie Vorsten
De koningen werden steeds machtiger en rijker. Dit had te maken met de opkomst van steden;

  • Verkochten stadsrechten
  • Verdienden veel geld aan belastingen


Koninklijk paleis in Parijs (geschilderd rond 1412)

Slide 18 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Drie Vorsten
Dit geld gaf de Franse vorst uit aan;
  • Ambtenaren =
Mensen in dienst van de koning die helpen bij het besturen

  • Een eigen leger=
  • Vanaf 1337 verovert Engeland grote delen van Frankrijk ->


Slag bij Maupertuis, 1356 (geschilderd omstreeks 1475)

Slide 19 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Drie Vorsten
Vanaf 1453 is Engeland verdreven uit heel Frankrijk. 

  • Zowel de Franse als de Engelse koningen gingen hun land meer als één staat besturen 
  • Staatsvorming


Slag bij Maupertuis, 1356 (geschilderd omstreeks 1475)

Slide 20 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Staatsvorming
  • De koningen maakten wetten voor het hele land
  • Deze landelijke wetten werden belangrijker dan lokale wetten

Bijvoorbeeld: De wetten die gelden voor Frankrijk zijn belangrijker dan de weten in Parijs


Slide 21 - Tekstslide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Staatsvorming
  • De koningen maakten van hun land één staat met één bestuur

  • Dit noemen we staatsvorming


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Centralisatie: 
centraal gaan regelen;
  • Met geld van steden kon hij soldaten en ambtenaren regelen
  • Met hen bestuurde hij het land vanuit de hoofdstad
  • Dit besturen vanuit één centrale plek is centralisatie

Slide 24 - Tekstslide

Centralisatie

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maken paragraaf 4.3.
  • Verder met paragraaf 4.4.

Slide 26 - Tekstslide