Samenstellingen -n + -s

Tussenletters 
Straks weet je: 
- Wat een samenstelling is.

- Wanneer je een tussenletter -n gebruikt. 

- Wanneer je de tussenletter -s gebruikt. 
 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tussenletters 
Straks weet je: 
- Wat een samenstelling is.

- Wanneer je een tussenletter -n gebruikt. 

- Wanneer je de tussenletter -s gebruikt. 
 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een samenstelling?

Slide 2 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een samenstelling.

Slide 3 - Woordweb

Uitleg: tussenletter -n 
- Je schrijft een tussenletter -n als het meervoud van het woord  op -en eindigt.
Voorbeeld: bejaarden + flat = bejaardenflat 

Slide 4 - Tekstslide

Maak een samenstelling:
pruim + boom
krent + brood
kip + ei



Slide 5 - Open vraag

Uitleg: tussenletter -s 
- Je schrijft een tussenletter -s als je een -s hoort in de samenstelling. 
Voorbeeld: jongen + broek = jongensbroek 

- Begint het tweede woord met een -s? 
Voorbeeld: Dorps + straat 
Verander het tweede woord op te kijken of je een extra -s moet plaatsen! 
Voorbeeld: Dorps + weg = Dorpsweg 

Slide 6 - Tekstslide

Nu jij!
schoonheid + slaapje
station + chef
meisje + school

Slide 7 - Open vraag

Is deze zin goed?
Hij heeft berengoed zijn best gedaan!
Ja!
Nee!

Slide 8 - Poll

Wat is het meervoud van groente?

Slide 9 - Open vraag

Maak een samenstelling met vee en rommel:
Wat hebben deze woorden met elkaar gemeen?

Slide 10 - Open vraag

zon+bank =
spin + wiel =

Slide 11 - Open vraag