Stijl

Taal
Stijl
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taal
Stijl

Slide 1 - Tekstslide

Les- en leerdoelen
Je leert:
  • hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken;
  • de stijlfiguren: enumeratie, opsomming in drieën, drieslag, climax en           hyperbool, tegenstelling of antithese;

Slide 2 - Tekstslide

Stijl paragraaf 2
In deze les leer je over beeldspraak en stijlfiguren:

  • hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken;
  • de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax en hyperbool.

Slide 3 - Tekstslide

Stijl
Stijl is de manier waarop je spreekt of schrijft. De stijl die je kunt gebruiken is onder meer afhankelijk van jouw publiek.
Er zijn verschillende stijlfiguren. Een stijlfiguur zorgt ervoor dat een tekst afwisselend wordt. En daarmee prettiger om te lezen. Een stijlfiguur kun je ook gebruiken om wat je zegt duidelijker te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is je opgevallen aan het betoog van Geert Wilders?

Slide 6 - Open vraag

Stijlfiguren
  • enumeratio: opsomming; ik heb proefwerken, opdrachten, werkstukken en examens.
  • opsomming in drieën: opsomming van drie begrippen; vader, moeder en kinderen.
  • drieslag: vaste opsomming van drie begrippen met soms een vorm van rijm; boeren, burgers en buitenlui; ik kwam ik zag, ik overwon.
  • Climax: steeds sterker wordende reeks; goed, geweldig, fantastisch
  • hyperbool: sterke overdrijving; ik heb me dood gelachen
  • understatement: een afzwakkende term of omschrijving; het was een leuk bedragje.
  • antithese: tegenstelling; een lach en een traan.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Welke stijlfiguren hebben
we ontdekt in het betoog van
Geert Wilders?

Slide 9 - Woordweb

Wat ga je doen?
Maak opdracht 1, 2 en 3 van bladzijde 92 en 93. 



Klaar? 
Bedenk een tussenkopje bij alinea 2-3, bij alinea 4, bij alinea 5 en bij alinea 6.



timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het einde van deze les ken je de stijlfiguren: enumeratio, opsomming in drieën, drieslag, climax, hyperbool, understatement en anthithese.

Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe stijlfiguren een tekst krachtiger maken.

Controlevraag

welke stijlfiguren herken je in de volgende video van Pieter Omtzigt?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welk stijlfiguur herken je in de volgende zin:
Het was één groot tranendal bij het concert gisteren.
A
enumeratio
B
drieslag
C
climax
D
hyperbool

Slide 13 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken in de volgende zin:
In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest, amen.
A
drieslag
B
opsomming van drieën
C
enumeratio
D
understatement

Slide 14 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je in de volgende zin:
Dat ik een voldoende haal is een kwestie van leven en dood.
A
antithese
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 15 - Quizvraag