In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Agenda en Plannen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Plannen
In deze les....
- gaan we het hebben over huiswerk
- gaan we het hebben over jouw organisatie
- gaan we het hebben over plannen
Slide 3 - Tekstslide
Wat doe ik al?
Wat doe jij nu aan plannen? Niks, een beetje? Wel plannen, maar er niet aan houden?
Bespreek deze opdracht met je buurman/vrouw. Geef de ander een tip wat nog beter kan. ;)
Slide 4 - Tekstslide
Welke afkortingen van de vakken bij ons op school ken je al?
Slide 5 - Woordweb
Hoe vaak ben je al iets vergeten mee te nemen voor een bepaald vak?
A
Nog niet één keer
B
1 of 2 keer
C
3 of 4 keer
D
vaker
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een goede manier om je tas in te pakken?
A
Direct als je thuiskomt uit school pak je in voor morgen
B
's Avonds voordat je gaat slapen
C
's Ochtends vroeg
D
Je moeder doet het voor je
Slide 7 - Quizvraag
Hoe vaak kreeg jij huiswerk op de basisschool?
Slide 8 - Open vraag
Wat doe jij meestal als je thuis komt uit school?
A
Even zitten en iets eten/drinken
B
Iets op een schermpje
C
Gelijk beginnen met mijn huiswerk
D
Niks
Slide 9 - Quizvraag
Hebt je weleens een planning gemaakt
A
Nee, nog nooit
B
Ja, 1 of 2 keer
C
Ja, ik doe het vrij vaak
D
Ja, ik doe het minstens 1 keer per 2 weken
Slide 10 - Quizvraag
Wat is NIET WAAR? Als ik huiswerk maak....
A
mag ik fouten maken
B
mag ik hulp vragen aan mijn ouders
C
mag ik het overschrijven van een klasgenoot als ik het niet snap
D
mag ik een vraag overslaan als ik mijn best heb gedaan
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel tijd denk je dat je ongeveer kwijt zult zijn aan huiswerk per dag in de brugklas?
A
kwartiertje
B
half uurtje
C
1 uur
D
1,5 tot 2 uur
Slide 12 - Quizvraag
Welke goede tip heb jij als het gaat over huiswerk maken?
Slide 13 - Open vraag
Werkplek
- waar je je prettig voelt
- alleen of samen
- geen afleiding
- vaste plek voor je schoolspullen
- ...?
Slide 14 - Tekstslide
Hoeveel dagen van te voren begin je met voorbereiden met je toets of opdracht?
A
Meestal 1 dag van te voren
B
2 tot 4 dagen van te voren
C
4 dagen tot 1 week vooraf
D
Langer dan 1 week vooraf
Slide 15 - Quizvraag
Wat vind jij lastig bij plannen?
Slide 16 - Woordweb
Leg uit waarom een planning handig voor jou kan zijn?
Slide 17 - Open vraag
Goede planning maken - uitleg
Slide 18 - Tekstslide
Waar gebruik je een agenda voor en waarvoor niet?
wel!
Niet!
Hond uitlaten
Tanden poetsen
Een verjaardag
Een toets
Ontbijten
Slide 19 - Sleepvraag
Een voorbeeld hoe je een agenda kunt gebruiken! (klik maar aan!)
Het gebruik van afkortingen maakt je agenda overzichterlijker! Bijvoorbeeld: SCH = school... of SPR = spreekbeurt!
Het gebruik van kleurtjes maakt jouw agenda ook overzichtelijker en leuker om in te kijken! Gebruik bijvoorbeeld groen voor leuke dingen en oranje voor school!
Vergeet ook niet de leuke dingen in je agenda te zetten! Zo heb je leuke dingen om naar uit te kijken. Zet er bijvoorbeeld ook een schoolfeest of je eigen verjaardag vooral in! :D
Iets helemaal af of is het al gebeurd? Kras of streep het door! Is een dag voorbij? Kras maar door!
Oei! Komt er een belangrijke spreekbeurt op donderdag aan? Zet dan bijvoorbeeld al vanaf maandag elke dag in je agenda dat je hier even voor moet oefenen.
Agenda's zijn óók heel leuk en handig voor je vrije tijd! Zet er bijvoorbeeld in wanneer je gaat sporten, met vrienden/vriendinnen afspreekt of op vakantie gaat!
Gebruik je agenda zoals jij zelf het fijnst vind!!!
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht: Plannen
Voor volgende week een weekplanner.
Hierin kun je al je huiswerk opschrijven.
Schrijf ook de datum bij elke dag.
Krijg je volgende week huiswerk? Schrijf het in je planner!