question words





Question words
Question words
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les





Question words
Question words

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What's in the news?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Goals:
I know what question words are and how to use them.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Name some question words

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Question words

Who                  Which                What
When               Where                 Why               How

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

who = wie
which = welke (beperkte keuze)
what = wat (onbeperkte keuze)
when = wanneer
where = waar
why = waarom
how = hoe

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleepvraag: question words
is a question word
is not a question word
what
where
why
which
whose
when
how
will
won't
want
who

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


....... have you been?
A
Which
B
Who
C
What
D
Where

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


......... do you live with?
A
Who
B
When
C
Where
D
How much

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


........ is my bike?
A
Who
B
Where
C
Which
D
Why

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


..... can we study better?
A
how
B
who
C
which
D
why

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


..... colour do you like, blue or red?
A
what
B
who
C
which
D
why

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drag the question words to the correct sentence 
are you crying? Is something the matter? 
did your maths test go? Did you do well? 
of these two bicycles is yours? 
were you when it started to rain? At home? 
is your brother's name? 
did you last see him? Yesterday? 
is that man in the black coat? 
..................
..................
..................
..................
..................
..................
..................
When
Why
Which
Where
How
What
Who

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Match the question words into the correct questions
................ don't you like apple juice?
................ is my red sweat shirt, Mum?
................  do Anne and Betty get to school every day?
................  do you play volleyball?
Where
How
What
When
Why

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste vragende voornaamwoord?

____ would you do if you won the lottery?
A
Who
B
Why
C
What
D
Which

Slide 18 - Quizvraag

What = wat

Wat zou jij doen als je de loterij won?
Fill in the correct question word:

... are you? - I am Mila.
A
How
B
Who
C
When
D
Why

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct question word:

... is that? Is that Rijk?
A
Who
B
What
C
How
D
Why

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'When' is a question word.
A
True
B
False

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the question word.
A
Where
B
do
C
find
D
question

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right question word:

........ is my bike? Behind the house.
A
Who
B
Where
C
Which
D
Why

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which question word would you use to ask about a place?
A
when
B
what
C
who
D
where

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which question word would you use to ask about a person?
A
how
B
who
C
why
D
when

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which question word would you use to ask about a choice?
A
what
B
which
C
when
D
how

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct question word.
________ sits next to Yuna? Noa.
A
Who
B
What
C
Which
D
How

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct question word.
_____ does the boy come from? He's from Newcastle.
A
How
B
Why
C
Where
D
Which

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Choose the right question word:

....... have you been? In London.
A
Which
B
Who
C
What
D
Where

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct question word.
_____ is Lia's birthday? In April, I think.
A
How
B
Which
C
When
D
What

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct question word.
_____ fastfood is your favourite, Burger King or McDonald's?
A
What
B
Which
C
When
D
How

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which of these is not a question word?
A
Who
B
What
C
Which
D
That

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right question word:

......... do you live with? My parents.
A
Who
B
When
C
Where
D
How much

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the right question word:

..... can we get there? By car.
A
How
B
Who
C
Which
D
Why

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct question word:

____ is the nearest supermarket?
A
Why
B
When
C
Where
D
Who

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct question word.
... are you late? I missed the bus.
A
Who
B
Where
C
Why
D
How

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct question word.
_____ is Pepijn's party?
A
Why
B
Who
C
That
D
When

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct question word.
_____ is your friend? He's sick.
A
When
B
Why
C
How
D
Who

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf een vraag met:
'Which"

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf een vraag met:
'What"

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf een vraag met:
'When"

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf een vraag met:
'Why"

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak zelf een vraag met:
'How"

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Link

Deze slide heeft geen instructies