Enkele of dubbele aanhalingstekens?

Aanhalingstekens
Wat zijn het en wanneer gebruik je ze?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aanhalingstekens
Wat zijn het en wanneer gebruik je ze?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wanneer je enkele en dubbele aanhalingstekens moet gebruiken in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les en vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen leren.
Wat weet je al over het gebruik van aanhalingstekens?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn aanhalingstekens?
Aanhalingstekens zijn tekens die je om
een zin of woord heen zet:
  • bij een citaat
  • bij woorden die extra nadruk nodig hebben
  • om aan te geven dat je iets juist niet zo bedoelt
  • bij een zelfbedacht woord

Slide 4 - Tekstslide

Leg de basis van aanhalingstekens uit en geef voorbeelden.
Soorten aanhalingstekens
Er zijn twee soorten aanhalingstekens: dubbele en enkele
  1. "Dit zijn dubbele aanhalingstekens", zei de juf.
  2. Deze tekens worden 'enkele aanhalingstekens' genoemd.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wanneer je enkele aanhalingstekens moet gebruiken en geef enkele voorbeelden.
Dubbele aanhalingstekens
Deze gebruik je bij citaten. Je schrijft precies op wat iemand heeft gezegd of geschreven.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wanneer je dubbele aanhalingstekens moet gebruiken en geef enkele voorbeelden.
Dubbele aanhalingstekens
Piet kwam de keuken binnen en riep: "Hallo!"
"Ik heb honger", zei Piet vervolgens.
"Wat wil je eten?", vroeg zijn moeder.
"Pizza!", antwoordde Piet.
"Wacht," zei Piet, "ik wil toch liever pannekoeken."

Wat valt je op aan deze zinnen?

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wanneer je dubbele aanhalingstekens moet gebruiken en geef enkele voorbeelden.
Dubbele aanhalingstekens
Piet kwam de keuken binnen en riep: "Hallo!"
"Ik heb honger", zei Piet.
"Wat wil je eten?", vroeg zijn moeder.
"Pizza!", antwoordde Piet.
"Wacht," zei Piet, "ik wil toch liever pannekoeken."

Na een citaat komt altijd een komma

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wanneer je dubbele aanhalingstekens moet gebruiken en geef enkele voorbeelden.
Voorbeelden: geen aanhalingstekens
Mijn moeder zei dat ik mijn kamer moest opruimen.

Slide 9 - Tekstslide

Geef enkele voorbeelden van zinnen zonder aanhalingstekens.
Oefenen
Oefen met het gebruik van enkele en dubbele aanhalingstekens.

Slide 10 - Tekstslide

Laat de leerlingen oefenen met het gebruik van enkele en dubbele aanhalingstekens. Geef enkele oefenzinnen.
Samenvatting
Enkele aanhalingstekens gebruik je als je iets wilt aanhalen binnen een zin. Dubbele aanhalingstekens gebruik je bij een citaat of directe rede. Geen aanhalingstekens gebruik je bij indirecte rede.

Slide 11 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.