Wat: opdracht 3,4+5
Wanneer: de komende 20 minuten
Waar: in je schrift
Met wie: je werkt de eerste 10 minuten alleen + de laatste 10 minuten in tweetallen
Hoe: in stilte (eerste 10 min.) + fluisteroverleg (laatste 10 minuten)
Klaar? Pak een nakijkboek en kijk opdracht 1+2 in je schrift na. Verbeter foute antwoorden.