Taalverzorging ww-spelling pv tt

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Pen
  • Lesboek
  • Schrift







1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Pen
  • Lesboek
  • Schrift







Slide 1 - Tekstslide

Maandag 16 januari (3G):
  • Opdr. 2 en 3, blz. 28/29
  • Opdr. 2, 3 en 4, blz. 30/31

Dinsdag 17 januari (3M):
  • Opdr. 2 en 3, blz. 28/29
  • Opdr. 2, 3 en 4, blz. 30/31











Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Donderdag 12 oktober:
  • PTA-A: taalverzorging
  • Herkansbaar

Toetsen

Slide 3 - Tekstslide

  • Hoofdletters, punten, vraagtekens, komma's en aanhalingstekens (citaten)
  • Welke zinnen zijn goed?

  • A: De organisatie legde uit: 'Als je over de finish komt, krijg je een medaille.'
  • B: Kaj zegt tegen de trainer 'Als ik morgen niet beter ben, kom ik niet trainen'
  • C: Laura vroeg aan Isa: 'Hoe heb je dat nou weer gefixt?'


Vorige les: check

Slide 4 - Tekstslide






Taalverzorging



















Na de lessen deze week...

  • kun je de tegenwoordige tijd en de verleden tijd van de persoonsvorm goed spellen.
Doel

Slide 5 - Tekstslide

Je kunt de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm goed spellen.

Doel

Slide 6 - Tekstslide

Maar we begrijpen toch allemaal wat er staat?
  • Waarom is (werkwoord)spelling dan wel belangrijk?
  • Voorbeeld?

Spelling en taalverzorging

Slide 7 - Tekstslide

Wat vind jij?
Als je de middelbare school hebt doorlopen, moet je een tekst kunnen schrijven zonder fouten te maken in werkwoordspelling.
Nee, daar ben ik het niet mee eens.
Ja, daar ben ik het mee eens.

Slide 8 - Poll

  • Er zijn werkwoorden die je op meerdere manieren kunt schrijven.
  • Soms schrijf je gebeurd, en soms schrijf je gebeurt









Werkwoordspelling

Slide 9 - Tekstslide

  • Je hersenen kijken naar welk woord het vaakst voorkomt.

  • Er _______ een ongeluk. (gebeuren)
  • Gebeurd of gebeurt?
  • Gebeurd komt vaker voor.
  • Dus je hersenen kiezen voor gebeurd.
  • Maar dat is helaas niet goed!

  • Er gebeurt een ongeluk.









Wat doen je hersenen?

Slide 10 - Tekstslide

  • Je kunt je hersenen en je gevoel dus niet altijd vertrouwen!









Werkwoordspelling

Slide 11 - Tekstslide

  • Schema
  • Blz. 200/272

  • Persoonsvorm












Hoe dan wel?

Slide 12 - Tekstslide

  • Tegenwoordige tijd
  • Ik ________________________ (tt) het antwoord te vinden op die vraag. (proberen)
  •  ______________________ (tt) jij het antwoord te vinden op die vraag? (proberen)
  • Jij ________________________ (tt) het antwoord te vinden op die vraag. (proberen)
  • Wij ______________________ (tt) het antwoord te vinden op die vraag. (proberen)


Oefenen (blz. 200/272)

Slide 13 - Tekstslide

  • Verleden tijd
  • Ik ________________________ (vt) jou gisteren, maar je nam niet op. (bellen)
  • Wij ______________________ (vt) jou gisteren, maar je nam niet op. (bellen)

  • Jij _____________________ (vt). (fietsen)
  • Wij ______________________ (vt). (fietsen)



Oefenen (blz. 200)

Slide 14 - Tekstslide

  • Verleden tijd
  • Hij ________________________ (vt) gisteren naar de bushalte. (lopen)
  • Zodra we thuis waren, ________________ (vt) we onze boeken in een hoek van de kamer. (smijten)



Oefenen (blz. 200)

Slide 15 - Tekstslide

Je kunt de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm goed spellen.

Doel

Slide 16 - Tekstslide



Wat?
  • Werkblad pv tt

Hoe?
  • Alleen
  • Boek open op blz. 200/272

Klaar? 
  • Nakijken (zie achterkant)
  • Tellen hoeveel goed
  • Puzzel voorin



Heb je hulp nodig?
Kijk eerst naar het stoplicht.
 


Rood? Stil. 
Stel je vraag aan de docent (alleen als je echt niet verder kunt).
Geel? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je.
Groen? Fluisterniveau. 
Vraag diegene naast je of de docent.

Aan het werk
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide






Na deze les...
  • kun je de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm goed spellen.


Doel

Slide 18 - Tekstslide

Volgende lessen
Donderdag 12 oktober:
  • PTA-A: taalverzorging
  • Herkansbaar





Slide 19 - Tekstslide