M2 Talent H4.5 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

M2: H4.5 Spelling

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Samenstellingen met tussen-n en tussen-s

Inhoud van de les

• uitleg over bijvoeglijke gebruikte voltooid deelwoorden
• oefenen
• uitleg over tussen-n en tussen-s in samenstellingen
• oefenen

Wat is het voltooid deelwoord?

Het vliegtuig is ...

1. landen
2. geland
3. gelant
4. gelande

Vul het juiste woord in.

Het ... vliegtuig kwam uit Canada.

1. landde
2. geland
3. gelandde
4. gelande

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over
een zelfstandig naamwoord.

De mooie ring was van goud.

mooi = bijvoeglijk naamwoord, want het zegt iets over de ring.

Het gelande vliegtuig kwam uit Canada.

gelande = bijvoeglijk naamwoord, want het zegt iets over het vliegtuig

Sterke en zwakke werkwoorden

Hoe schrijf je een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord?

Sterke werkwoorden  -> hetzelfde als het voltooid deelwoord.

Zwakke werkwoorden -> een -e achter het voltooid deelwoord                                                          én zo kort mogelijk

Sterke en zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden  -> hetzelfde als het voltooid deelwoord.

Voorbeeld: 

Mijn ijsje is gesmolten  -  Het gesmolten ijsje

De man is geholpen - De geholpen man

Sterke en zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden -> een -e achter het voltooid deelwoord                                                          én zo kort mogelijk

Voorbeeld: 

De drenkeling is gered  -  De geredde drenkeling

De prijzen zijn verloot  -  De verlote prijzen

Vul het goede woord in:

De foto is ...

1. vergrot
2. vergrote
3. vergroot
4. vergroten

De ... foto werd opgehangen.

1. vergroot
2. vergrote
3. vergroten
4. vergrootten

De ... taart was heel lekker.

1. gebakken
2. gebakke
3. gebakt
4. gebaken

(uitstellen)
De ... toets werd niet meer ingehaald.

(inpakken)
Het ... cadeau is voor mijn moeder.

Samenstellingen

Een samenstelling maak je van twee of meer woorden.

regen + pak = regenpak

Soms moet je tussen de woorden een extra letter zetten: 

een tussen-s of een tussen-n

dorp + straat = dorpsstraat        stoel + berging = stoelenberging

Samenstellingen

Wanneer schrijf je een tussen-s ?  Als je hem hoort.

• bedrijf + pand = bedrijfspand  -> je hoort de -s.
• dorp + straat = dorpsstraat      -> je hoort de -s niet, omdat                                                                             straat met een -s begint.
• dorp + plein = dorpsplein          -> je hoort de -s wel. Dus ook                                                                          bij dorpsstraat een -s erbij

Wat is de juiste samenstelling?

dame + tas

1. dametas
2. damestas

Wat is de juiste samenstelling?

verpakking + materiaal

1. verpakkingmateriaal
2. verpakkingsmateriaal

Wat is de juiste samenstelling?

team + sport

1. teamsport
2. teamssport

Samenstellingen

Wanneer gebruik je de tussen-n?

Gebruik het schema van bladzijde 158

of in de lesstof van Talent online.

Tussen-n

hond + hok

ziekte + verschijnselen

spin + web =

1. spinneweb
2. spinnenweb

Tussen-n

spin + web = spinnenweb

groente + soep =

1. groentesoep
2. groentensoep

Tussen-n

groente + soep = groentesoep

Huiswerk

H4.5 Spelling: 

Verdeel je werk in drie stukjes:

- Opdracht 1 t/m 5

- Opdracht 6 t/m 9

- Test Jezelf H4.5

Meer uitleg?

Kijk in Classroom bij Schoolwerk / Spelling voor uitlegfilmpjes.

Uitlegfilmpjes over:

- bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden

- tussen-n

- tussen-s