Financieel hoofdstuk 1 - Grenzen aan geld

Hoofdstuk 1 - Grenzen aan geld
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 - Grenzen aan geld

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Kort voorstellen
  • Leerdoelen bij deze les
  • Uitleg hoofdstuk 1
  • Opdrachten maken
  • Leerdoelen bespreken

  • Heb je een vraag of wil je iets zeggen? Steek je hand op!
  • Is er iets onduidelijk? Laat het a.u.b. weten!

Slide 2 - Tekstslide

Wie ben ik?
Kim Hol -> mevrouw Hol
49 jaar
Driel -> Uden
2 dochters 
Sport
Gezelligheid
Amerika

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het NIBUD doet.
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen
     wat ''rente'' en aflossing'' betekent.
  • Je kunt de rente bij een bepaald bedrag over een bepaalde periode   berekenen.
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat ''formele schulden'' en ''informele schulden'' zijn
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat ''brutoloon'' en ''nettoloon'' is.

Slide 4 - Tekstslide

NIBUD
  • Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
  • Financiën leren regelen

  • Geld opzij leggen voor duurdere maanden
  • Niet alleen voor particulieren, maar ook voor bedrijven en de   overheid

Slide 5 - Tekstslide

NIBUD
Minimale buffer particulieren
  • Minimale spaarbuffer voor particulieren
  • Opvangen van dure maanden en
     vervangen van noodzakelijke inventaris
  • Vervanging van auto of onderhoud aan eigen woning valt     hier niet onder -> extra sparen!

Slide 6 - Tekstslide

Schulden bedrijven en overheid
Bedrijven
  • Eigen geld -> Eigen Vermogen
  • Geleend geld -> Vreemd Vermogen
  • Geld lenen om te investeren
  • Rente en aflossing betalen
     over Vreemd Vermogen

Slide 7 - Tekstslide

Schulden bedrijven en overheid

Overheid
  • Ook overheid leent geld
  • Staatsschuld: ruim €420 miljard
  • Rente: ongeveer €10 miljard

Slide 8 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk om
leren om te gaan met geld?
timer
2:00

Slide 9 - Open vraag

Omgaan met geld
Financiële beslissingen
  • Veranderingen in je leven
  • Bijv. studeren, een huis kopen,
     een kind krijgen, etc.
  • Financiële gevolgen -> Budget
  • Inkomsten en uitgaven in evenwicht

Slide 10 - Tekstslide

Omgaan met geld
Schulden
  • Meer geld uitgeven dan dat er binnenkomt
  • Rente betalen over geleend geld
  • Gevolg: schulden worden groter
  • Schuld aflossen -> schuld wordt kleiner

Slide 11 - Tekstslide

Omgaan met geld
Aflossen
  • Schuld terugbetalen -> Aflossen
Rente
  • Vergoeding voor lening -> Kredietvergoeding
  • Schuld neemt hierdoor niet af!
  • Voorbeeld: Je leent €4000 en de rente is 9%. De rente is dan 4000 x 0,09 = €360

Slide 12 - Tekstslide

Jongeren en geldproblemen
Soorten schulden
  • Formele schulden -> schulden bij instanties
     zoals banken, DUO, zorgverzekeringen
     en mobiele providers
  • Informele schulden -> schulden bij familie of vrienden

Slide 13 - Tekstslide

Rik wil een Playstation 5 kopen, maar komt €20 tekort. Omdat deze nu in de aanbieding is, leent hij dit van zijn vader.
Is hier sprake van een formele of informele lening?
A
Formele lening
B
Informele lening

Slide 14 - Quizvraag

Jason gaat studeren in Nijmegen. Omdat hij niet al het collegegeld zelf kan opbrengen, leent hij het resterende deel bij DUO.
Is hier sprake van een formele of informele lening?
A
Formele lening
B
Informele lening

Slide 15 - Quizvraag

Hoe ontstaan schulden?
Gebrek aan financiële vaardigheden:
  • Gebrekkig financieel inzicht
  • Niet willen sparen
  • Niet kunnen plannen
  • Impulsieve, verleidinggevoelig en statusgevoelige houding
  • Invloed van reclames en meedoen met rages/trends

Slide 16 - Tekstslide

Hoe ontstaan schulden?
Andere mogelijke oorzaken:
  • Gebeurtenissen/veranderingen in levensfase
  • Psycho-sociale omstandigheden -> gok- of drugsverslaving
  • Gebrek aan algemene vaardigheden en capaciteiten
  • Financiële opvoeding
  • De mogelijkheid om schulden te maken
  • Inkomensterugval/uitgavestijging

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen van schulden
  • Stress
  • Moe zijn door veel werken
  • Afwezig zijn op school
  • Weinig aandacht besteden aan school
  • Stoppen met school
  • School-/boekenkosten moeilijk kunnen betalen 

Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen van schulden
  • Opbouw van toekomst wordt belemmerd
  • Inkomen wordt gebruikt voor het aflossen van schulden
  • Moeilijker om op jezelf te gaan wonen 

Slide 19 - Tekstslide

Eigen administratie
  • Inzicht krijgen op je geld -> administratie bijhouden
  • Bedrijven -> wettelijk verplicht
  • Kasstaat bijhouden 

Slide 20 - Tekstslide

Welke inkomsten heb jij?
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Welke uitgaven heb jij?
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Soorten inkomsten
  • Geld van ouders (zakgeld)
  • Loon
  • Toeslagen overheid
  • Basisbeurs
  • Rente spaargeld
  • Lenen
  • Overige inkomsten
Soorten uitgaven
  • Huur, gas en elektriciteit
  • Eten/drinken
  • Vervoer
  • Studie
  • Zorgverzekering
  • Mobiele telefoon
  • Vrije tijd

Slide 23 - Tekstslide

Minimum (jeugd)loon
  • Financieel voor jezelf zorgen -> loon uit arbeid
  • Gebaseerd op minimumloon
  • Afhankelijk van je leeftijd
  • Minimumloon op basis van 40 uur per week

  • Bedragen in tabel zijn bruto! 

Slide 24 - Tekstslide

Netto minimumloon
  • Bruto is niet wat je op je rekening krijgt!
  • Belastingen en premies worden ingehouden
  • Per persoon verschillend

  • Voorbeeld: Je verdient bruto €2000 in de maand. Hier wordt €500 aan belastingen en €150 aan premies op ingehouden. Je ontvangt dus 2000 - 500 - 150 = €1350 = netto

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak opgave 1.01 tot en met 1.11
  • Huiswerk voor volgende week donderdag. Wordt gecontroleerd!
  • Heb je een vraag? Steek je hand op, ik kom z.s.m. bij je!
  • Mag samenwerken met je buurman/buurvrouw 

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen bespreken
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat het NIBUD doet.
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen
     wat ''rente'' en aflossing'' betekent.
  • Je kunt de rente bij een bepaald bedrag over een bepaalde periode berekenen.
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat ''formele schulden'' en ''informele schulden'' zijn
  • Je kunt in eigen woorden uitleggen wat ''brutoloon'' en ''nettoloon'' is. 

Slide 27 - Tekstslide