In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
1.3 Lezen blz. 24
Slide 1 - Tekstslide
Aan het eind van de les
titel en tussenkopjes herkennen
onderwerp & deelonderwerp benoemen
de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen toepassen
Slide 2 - Tekstslide
Filmpje
Verkennend lezen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Onderwerp van een tekst
Onderwerp= waar de tekst over gaat.
Hoe vind je het onderwerp?
Vraag jezelf: Waar gaat de tekst over?
Je kunt het onderwerp van de tekst soms al raden door te kijken naar:
de titel, plaatjes en opvallende woorden
Slide 5 - Tekstslide
Deelonderwerp en deeltitel
Deelonderwerp: het onderwerp van een alinea
Boven aan een tekst staat vaak een titel. Soms staan er midden in de tekst ook nog kleinere titels. Dit zijn deeltitels/tussenkopje. Een deeltitel/tussenkopje staat boven één of meer alinea's.
Slide 6 - Tekstslide
Alinea
Alinea: Een stukje tekst die bestaat uit een paar zinnen die bij elkaar horen.
Zo kun je een alinea herkennen:
Nieuwe regel
Witregel
Inspringen
Slide 7 - Tekstslide
Hoofdgedachte
De hoofdgedachte vertelt in 1 zin waar de tekst over gaat.
Je stelt hierbij de vraag: "Wat wordt er over het onderwerp van de tekst verteld?"
De hoofdgedachte staat vaak in de inleiding.
Slide 8 - Tekstslide
Leesmanieren of leesstrategieën
Een tekst lezen kan je op verschillende manieren, met verschillende strategieën. Welke manier je kiest, hangt af van het doel waarmee je de tekst wil lezen.
Slide 9 - Tekstslide
Leesmanierenof leesstrategieën
Verkennend: de tekst bekijken
Nauwkeurig: je wilt de tekst begrijpen
Zoekend: het vinden van bruikbare informatie
Slide 10 - Tekstslide
Uit hoeveel woorden bestaat het onderwerp van een tekst?
Slide 11 - Open vraag
Welke vraag stel je bij het vinden van de hoofdgedachte?
Slide 12 - Open vraag
timer
1:00
Samenvatting van de tekst in 1 zin.
Een tekst kun je in logische stukken indelen. Een stuk dat bij elkaar hoort, heet een ...
Een beschrijving van 1 woord/ een paar woorden waar de tekst over gaat.
Het onderwerp van een alinea
Overtuigen, amuseren, informeren
globaal, zoekend, precies lezen
Hoofdgedachte
Alinea
Onderwerp
Deelonderwerp
Tekstdoelen
Leesstrategieën
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is een deelonderwerp?
A
Het onderwerp van een tekst
B
Het onderwerp van een alinea
C
aspecten van het onderwerp
Slide 14 - Quizvraag
Om het onderwerp van een tekst te vinden, stel je de vraag:
A
Wat vindt de schrijver van de tekst?
B
Waar gaat deze tekst over?
C
Wat vind ik van de tekst?
Slide 15 - Quizvraag
Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.
Slide 16 - Quizvraag
Bij welke leesmanier(en) gebruik ik het tekstgeraamte?
A
Grondig lezen
B
Ontspannen lezen
C
Zoeken en scannend lezen
D
Kritisch lezen
Slide 17 - Quizvraag
Dit kan aangeven waar de tekst over gaat...maar kan ook nieuwsgierig maken
A
titel
B
kernzin
C
onderwerp
D
alinea
Slide 18 - Quizvraag
Het onderwerp en de hoofdgedachte van de tekst zijn te vinden in:
A
de inleiding
B
vierde alinea
C
titel
D
zesde alinea
Slide 19 - Quizvraag
Waar staat de kernzin vaak niet?
A
eerste zin van de alinea
B
tweede zin van de alinea
C
derde zin van de alinea
D
laatste zin van de alinea
Slide 20 - Quizvraag
5. Welke zin is meestal de kernzin van een alinea?
A
de eerste zin
B
de laatste zin
C
de eerste of de laatste zin
D
het tussenkopje
Slide 21 - Quizvraag
Waar vind je meestal NIET de kernzin van een alinea?
A
In het midden van de alinea.
B
Aan het begin van de alinea.
C
Aan het eind van de alinea.
Slide 22 - Quizvraag
Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.