work hard

Bij hard werken denk ik aan:
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
MentorlesMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Bij hard werken denk ik aan:

Slide 1 - Woordweb

Als ik ergens beter in wil worden dan doe ik:

Slide 2 - Open vraag

Als ik hard werk dan doe ik:

Slide 3 - Open vraag

Als ik hard werk heb ik nodig van mijn omgeving:

Slide 4 - Open vraag

Als wij hard werken dan zie je dat aan:

Slide 5 - Open vraag

Als wij hard willen werken hebben we nodig:

Slide 6 - Open vraag

De afspraken die we maken om hard te kunnen werken zijn:

Slide 7 - Open vraag

Dit kan ik al 
Dit wil ik nog leren
Ik begrijp instructies of aanwijzingen
Ik begrijp de opdracht
Ik kan goed om hulp vragen
Ik begrijp de lesstof
Ik kan probleem-oplossend te werk gaan
Ik kan mijn eigen prestaties evalueren
Ik kan fouten erkennen en mijn werk verbeteren
Ik weet hoe ik het beste studeer
Ik kan een probleem of moeilijkheid toegeven
Ik kan de hoofd- en  bijzaken onderscheiden
Ik pas de juiste leerstrategieën voor mij toe
Ik leer effectief
Ik verander aanpak
Ik heb een duidelijk beeld van hoe ik mijn schoolwerk doe
Ik kan inschatten hoe een opdracht ok taak is gemaakt
Ik verander een aanpak als dat beter voor mij is

Slide 8 - Sleepvraag


Hoe doe je het nu?
A
Zo werk ik!
B
Zo werk ik!

Slide 9 - Quizvraag

Hoe werk je?
A
Ik heb een planning voor m'n schoolwerk, daar houd ik me aan
B
Ik heb een planning, maar dat gaat niet altijd goed.
C
Ik heb een vast dagritme
D
Ik kijk per dag

Slide 10 - Quizvraag

Hoe staat het ervoor bij:
Nederlands
A
Ik weet wat ik moet doen en ik ben bij met mijn werk
B
Ik weet wat ik moet doen en ik loop achter
C
Ik weet niet precies wat ik moet doen, maar ik denk dat ik bij ben
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen en of ik achterloop

Slide 11 - Quizvraag

Hoe staat het ervoor bij:
Engels
A
Ik weet wat ik moet doen en ik ben bij met mijn werk
B
Ik weet wat ik moet doen en ik loop achter
C
Ik weet niet precies wat ik moet doen, maar ik denk dat ik bij ben
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen en of ik achterloop

Slide 12 - Quizvraag

Hoe staat het ervoor bij:
Wiskunde
A
Ik weet wat ik moet doen en ik ben bij met mijn werk
B
Ik weet wat ik moet doen en ik loop achter
C
Ik weet niet precies wat ik moet doen, maar ik denk dat ik bij ben
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen en of ik achterloop

Slide 13 - Quizvraag

Hoe staat het ervoor bij:
Frans
A
Ik weet wat ik moet doen en ik ben bij met mijn werk
B
Ik weet wat ik moet doen en ik loop achter
C
Ik weet niet precies wat ik moet doen, maar ik denk dat ik bij ben
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen en of ik achterloop

Slide 14 - Quizvraag

Hoe staat het ervoor bij:
M & M
A
Ik weet wat ik moet doen en ik ben bij met mijn werk
B
Ik weet wat ik moet doen en ik loop achter
C
Ik weet niet precies wat ik moet doen, maar ik denk dat ik bij ben
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen en of ik achterloop

Slide 15 - Quizvraag

Hoe staat het ervoor bij:
Nask
A
Ik weet wat ik moet doen en ik ben bij met mijn werk
B
Ik weet wat ik moet doen en ik loop achter
C
Ik weet niet precies wat ik moet doen, maar ik denk dat ik bij ben
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen en of ik achterloop

Slide 16 - Quizvraag

Hoe staat het ervoor bij:
Bio
A
Ik weet wat ik moet doen en ik ben bij met mijn werk
B
Ik weet wat ik moet doen en ik loop achter
C
Ik weet niet precies wat ik moet doen, maar ik denk dat ik bij ben
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen en of ik achterloop

Slide 17 - Quizvraag

Hoe staat het ervoor bij:
LO
A
Ik weet wat ik moet doen en ik ben bij met mijn werk
B
Ik weet wat ik moet doen en ik loop achter
C
Ik weet niet precies wat ik moet doen, maar ik denk dat ik bij ben
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen en of ik achterloop

Slide 18 - Quizvraag

Hoe staat het ervoor bij:
De kunstvakken
A
Ik weet wat ik moet doen en ik ben bij met mijn werk
B
Ik weet wat ik moet doen en ik loop achter
C
Ik weet niet precies wat ik moet doen, maar ik denk dat ik bij ben
D
Ik heb geen idee wat ik moet doen en of ik achterloop

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste dat je zou willen veranderen om goed te kunnen werken?

Slide 20 - Open vraag