3.3 Op weg naar kiesrecht voor iedereen

Wie beslist?

paragraaf 3.3 Op weg naar kiesrecht voor iedereen
Lesdoel= Hoe kregen vrouwen en arbeiders invloed in de politiek?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wie beslist?

paragraaf 3.3 Op weg naar kiesrecht voor iedereen
Lesdoel= Hoe kregen vrouwen en arbeiders invloed in de politiek?

Slide 1 - Tekstslide

feminisme   -   censuskiesrecht    -   Thorbecke  -   parlement
Aletta Jacobs  -   socialisten  -  sociale-wetten  - monarchie
liberalen  -  grondwetswijziging1848  -  algemeenkiesrecht  -  democratie  
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Wie beslist?
§3.3 Op weg naar kiesrecht voor iedereen

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
DOEL
  • Ik weet wat liberalen en socialisten zijn 
  • Ik weet hoe de arme mensen steeds meer invloed op het bestuur kregen.
DOEN
Uitleg §3.3
Maken  §3.3
Volgende les

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
  • Nederland werd in 1813 een monarchie.
  • Koning: Willem I
  • 1840: Veel opstanden in Europa
  • 1848: Er kwam een nieuwe grondwet

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
  • Nederland werd in 1813 een monarchie.
  • Koning: Willem I
  • 1840: Veel opstanden in Europa
  • 1848: Er kwam een nieuwe grondwet
Voor 1848
  • De koning mocht de leden van de eerste kamer aanstellen
  • De koning mocht zelf ministers aanstellen en ontslaan
  • De koning had veel macht
Na 1848
  • De leden van de eerste- en tweede kamer werden gekozen door rijke heren!
  • Het parlement mocht ministers ontslaan
  • De koning had weinig macht

Slide 6 - Tekstslide

Wie was de eerste koning van Nederland en wanneer?

Slide 7 - Open vraag

Welk land werd onafhankelijk van Nederland?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Luxemburg
D
België

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

De politiek
Liberalen
Socialisten
  • Geen invloed van kerk op het onderwijs en bestuur
  • Regering moet zich weinig bemoeien met economie
  • Geen invloed van kerk op het onderwijs en bestuur
  • Willen sociale wetten om arbeiders te beschermen: minimum loon en gelijkheid
  • Eis: Algemeen kiesrecht

Slide 11 - Tekstslide

De politiek
Liberalen
  • Geen invloed van kerk op het onderwijs en bestuur
  • Regering moet zich weinig bemoeien met economie

Slide 12 - Tekstslide

De politiek
Liberalen
Socialisten
  • Geen invloed van kerk op het onderwijs en bestuur
  • Regering moet zich weinig bemoeien met economie
  • Geen invloed van kerk op het onderwijs en bestuur
  • Willen sociale wetten om arbeiders te beschermen: minimum loon en gelijkheid
  • Eis: Algemeen kiesrecht
Arbeiders organiseren zich in vakbonden en richten politieke partij op

Slide 13 - Tekstslide

De politiek
Liberalen
Socialisten
  • Geen invloed van kerk op het onderwijs en bestuur
  • Regering moet zich weinig bemoeien met economie
  • Geen invloed van kerk op het onderwijs en bestuur
  • Willen sociale wetten om arbeiders te beschermen: minimum loon en gelijkheid
  • Eis: Algemeen kiesrecht
  • Groot voorstander van invloed van kerk op onderwijs en bestuur
Protestanten
Arbeiders organiseren zich in vakbonden en richten politieke partij op

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welke drie groepen waren erin de politiek?

Slide 16 - Open vraag

En de vrouwen dan?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De situatie van vrouwen
  • Kregen minder betaald dan mannen
  • Na het werk ook nog huishouden en kinderen
  • Volgens de wet waren mannen en vrouwen ongelijk
  • Vrouwen mochten niet over eigen geld beslissen
  • Vrouwen mochten niet stemmen
  • Mannen waren het hoofd van het gezin

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Feministen
  • Willen gelijke rechten hebben
  • Kiesrecht voor vrouwen
  • Meisjes moeten door kunnen leren
  • Gelijke lonen
  • Aletta Jacobs
Aletta Jacobs
Eerste vrouwelijke arts
Belangrijke Feminist

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Democratie
  • Steeds meer mensen mochten stemmen
  • 1848: Alleen rijke mannen mochten stemmen
  • Eind 19e eeuw: steeds meer arme mannen kregen stemrecht
  • Rond 1900: naast Liberalen ook enkele socialisten in de kamer
  • 1917: Alle mannen kiesrecht
  • 1919: Alle mannen en vrouwen kiesrecht

Slide 23 - Tekstslide

Oefening: 
Wie van deze mensen is liberaal? Waar kun je dat aan zien?
Noem ten minste 1 beeldkenmerk!

Wat is de mening van de tekenaar?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Deze les
DOEL
  • Ik weet wat liberalen en socialisten zijn 
  • Ik weet hoe de arme mensen steeds meer invloed op het bestuur kregen.
DOEN
Uitleg §3.3
Maken  §3.3
Volgende les

Slide 26 - Tekstslide

Wie hebben er kiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen

Slide 27 - Quizvraag

De belangrijkste politieke groep in 1848 waren:
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Protestanten
D
Katholieken

Slide 28 - Quizvraag

Wat wilden de Socialisten?
A
Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
B
Meer invloed van de kerk
C
Algemeen Kiesrecht
D
Meer invloed van de koning

Slide 29 - Quizvraag

Wat wilden feministen?
A
Koninkrijk met een grondwet
B
Dezelfde rechten voor vrouwen als voor mannen
C
Vakbonden voor arbeiders
D
Algemeen kiesrecht voor mannen

Slide 30 - Quizvraag

Huiswerk
Paragraaf 3.3

Slide 31 - Tekstslide