In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
1.4 Mengsels
NaSk
Slide 1 - Tekstslide
Planning
+/- 15 minuten: werk netjes je voorschrift uit daarna klassikaal +/- 10 minuten: instructie
+/- 5 minuten: vragen via Lessonup
+/- 15 minuten: aan de slag met vragen
+/5 minuten: afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen van deze les
De drie verschillende mengsels kunnen benoemen en uit kunnen leggen hoe je ze kunt herkennen.
Uit kunnen wat een oplosmiddel is.
Slide 3 - Tekstslide
Een mengsel
Slide 4 - Tekstslide
3 verschillende mengsels
Slide 5 - Tekstslide
Een oplossing
Slide 6 - Tekstslide
Een suspensie
Slide 7 - Tekstslide
Een emulsie
Slide 8 - Tekstslide
Een oplossing is altijd
A
Kleurloos
B
Troebel
C
Helder
D
Wit
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een oplossing?
A
Een heldere, soms gekleurde vloeistof met kleine deeltjes erdoorheen zwevend.
B
Een heldere, soms gekleurde vloeistof.
Slide 10 - Quizvraag
Een suspensie is een
A
Mengsel van twee vloeistoffen
B
Mengsel van twee vaste stoffen
C
Mengsel van een vloeistof en een vaste stof
D
Een zuivere stof
Slide 11 - Quizvraag
Een suspensie is
A
Helder
B
Troebel
Slide 12 - Quizvraag
Een emulsie is een bepaald soort mengsel. Een emulsie is ...
A
Helder en altijd gekleurd
B
Helder en soms gekleurd
C
Troebel en altijd gekleurd
D
Troebel en soms gekleurd
Slide 13 - Quizvraag
In welke reageerbuis zit een emulsie?
A
Reageerbuis 1
B
Reageerbuis 2
C
Reageerbuis 3
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een emulsie?
A
2 vaste stoffen die niet mengen
B
2 vloeistoffen die niet mengen
C
een vaste stof in een vloeistof die niet mengen
D
2 vloeistoffen die wel mengen
Slide 15 - Quizvraag
Zelf aan de slag met...
Maak de volgende vragen:
62, 64, 66, 67, 68, 69 en 70.
Slide 16 - Tekstslide
H1: stoffen en deeltjes
Par. 1.4: Mengsels
Par. 1.5: Chemische reacties
Slide 17 - Tekstslide
Planning
- Huiswerk nakijken en bespreken
- Herhalen en afronden par. 1.4
- Instructie par. 1.5
Slide 18 - Tekstslide
Leerdoelen(herhaling)
• Je kunt de vloeibare mengsels oplossing, suspensie en emulsie van elkaar onderscheiden.
• Je kunt een aantal oplosmiddelen en hun toepassing benoemen.
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoelen par. 1.5
• Je kunt een chemische reactie beschrijven en herkennen
• Je kunt een reactieschema opstellen.
• Je kunt de toestandsaanduiding toewijzen aan de beginstoffen en de reactieproducten.
Slide 20 - Tekstslide
Uitwerkingen
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Afsluiting
Rondvraag?
Slide 25 - Tekstslide
1.5 Chemische reacties
Slide 26 - Tekstslide
Lees de volgende stellingen over chemische reacties: I Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen en ontstaan nieuwe. II De chemische reactie is omkeerbaar. Welke stelling is of welke stellingen zijn juist?
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Welk proces is een chemische reactie?
A
lamp aanzetten.
B
Zeewater koken.
C
Koffie zetten.
D
Cake bakken.
Slide 28 - Quizvraag
Het verbranden van magnesium
Proef: aansteken van magnesiumlint
Slide 29 - Tekstslide
Wat hebben we gezien?
- Magnesium brandt vrij snel zodra het heet is
- Fel wit licht
- warmte komt vrij (omgeving is warm geworden)
- er blijft een wit poeder achter
Slide 30 - Tekstslide
Hoe noteer we dit?
Dus:
Beginstoffen:
magnesium en zuurstof
Reactieproducten:
magnesiumoxide
Verder:
magnesium en magnesiumoxide (s)
zuurstof (g)
Slide 31 - Tekstslide
reactieschema
magnesium (s) + zuurstof (g) --> magnesiumoxide (s)