1 #321 Woordenschat uitleg pta

WELKOM 
Telefoon in de koffer
Jas aan de kapstok
GEEN eten of drinken (ook geen kauwgom)
Laptop op tafel. 
socialiseren
timer
5:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM 
Telefoon in de koffer
Jas aan de kapstok
GEEN eten of drinken (ook geen kauwgom)
Laptop op tafel. 
socialiseren
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:




  • - uitleg pta
  • - korte instructie woordenschat
  • - zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Nog 1 keer de regels bij Nederlands

De telefoon lever je in.
Geen oortjes in!
Jassen aan de kapstok.
Je gaat op je vaste plek zitten. 
Wanneer ik praat, zijn jullie stil. Ik waarschuw 1x. Bij een tweede keer ga je je melden bij het meldpunt. 
Deze afspraken heb ik samen met jullie mentor gemaakt. 

Slide 3 - Tekstslide

#321 Woordenschat
DOEL:
 Ik kan de betekenis van een woord vinden in de tekst door strategieën toe te passen.
Ik weet de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen van deze opdrachten.

Slide 4 - Tekstslide

Instructie
Je begint met het maken van een nieuwe map in je OneDrive. Deze noem je: Woordenschat periode 2. Je maakt de opdrachten dus digitaal in Word. 
Jullie hebben hier 6 lessen voor (twee weken) en maken de 9 opdrachten. Je kijkt ze na en verbetert ze. 
Daarna volgt het pta (toets). Dit is kruiswoordpuzzel van 13 omschrijvingen van de moeilijke woorden en uitdrukkingen. Je kunt ervoor kiezen om het pta in duo's te maken, 

Slide 5 - Tekstslide

Instructie
Wat staat er??
In de afgelopen jaren hebben jullie de volgende manieren geleerd om e betekenis van een onbekend woord vinden: 

  • Zoeken in de tekst naar synoniemen: een ander woord met ongeveer dezelfde betekenis. 
  • Zoeken in de tekst naar de betekenis van het woord. 

Slide 6 - Tekstslide

Instructie
  • Zoeken in de tekst naar een voorbeeld. (let op signaalwoorden als: bijvoorbeeld, zoals, enz.  
  • Zoeken in de tekst naar een tegenstelling, bijv. ontkennen tegenover zeggen dat iets wel zo is. 
  • Zoek in het woord dat je niet kent naar een bekend woorddeel. Onnodig (niet nodig)
  • Zoek het op in een (online) woordenboek.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1
Lees de zinnen. De bedoeling is dat je het woord vindt dat in deze zinnen omschreven wordt. Het plaatje helpt daarbij. 
Deze opdracht maken we samen. 

Slide 8 - Tekstslide

zw





Jullie gaan aan de slag met de opdrachten. 
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

TOT MAANDAG!

Slide 11 - Tekstslide