Grammatica zinsdelen les 2 - zinsdelen en peuterzinnetjes
Grammatica zinsdelen
Je leert:
hoe je ziet welke woorden één zinsdeel vormen
de twee betekenissen die de basis vormen van alle zinnen die er bestaan
Pak alvast je boek + schrift erbij
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Grammatica zinsdelen
Je leert:
hoe je ziet welke woorden één zinsdeel vormen
de twee betekenissen die de basis vormen van alle zinnen die er bestaan
Pak alvast je boek + schrift erbij
Slide 1 - Tekstslide
hoeveel zinnen heb jij in totaal weten te maken?
Slide 2 - Woordweb
Vul hier één van je zinnen bij opd. 1 in. Je mag zelf kiezen welke (1, 2 of 3).
Slide 3 - Open vraag
Vul hier een ongrammaticale zin in.
Slide 4 - Open vraag
Maak oefenopdrachten
Maak opdracht. 1 en 2 (blz. 34-35)
Werk in je schrift. Met spelling is dit heel belangrijk!
Op de computer heb je namelijk spellingscontrole, maar straks op de toets niet.
Slide 5 - Tekstslide
Peuterpraat
Een tweejarige peuter kan praten, maar spreekt nog niet zo heel goed Nederlands.
Op de volgende slide zie je voorbeelden van peuterzinnetjes.
Slide 6 - Tekstslide
mama lief
papa slapen
ikke eten
auto toettoet
eten bah
poesje krabben
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 1.1
In dit document staan nog meer korte zinnetjes. (Ook te vinden in SOM bij huiswerk 20-5)
Lees de opdracht goed door! Alleen opd. 1.1!
Werk in tweetallen (thuis: breakoutrooms).
Schrijf je antwoorden op in je schrift.
Slide 8 - Tekstslide
Hier zie de juiste verdeling. Kijk nog eens goed naar de zinnen.
Bedenk welk woord je tussen de twee woorden van de zinnetjes kunt plaatsen om de betekenis uit te drukken.
(dus mama … lief en papa … slapen).
Vul je antwoord in op de volgende slides.
mama lief
popje stout
meloen bah
snoepje lekker
broertje boos
papa slapen
Annie lachen
tante zingen
hondje blaffen
treintje tsjoektsjoek
Slide 9 - Tekstslide
mama.....lief Welk woord vul je in op de puntjes?
Slide 10 - Open vraag
papa....slapen Welk woord vul je in op de puntjes?
Slide 11 - Open vraag
Dit heb je ontdekt
Je hebt nu ontdekt dat een tweejarige peuter al twee soorten zinnen kan maken. Door twee woorden bij elkaar te zetten kan de peuter al twee verschillende betekenissen uitdrukken. Deze twee betekenissen vormen de basis van alle zinnen
die er bestaan.
Vul op de volgende slide de twee betekenissen in.
Slide 12 - Tekstslide
Vul de twee betekenissen in. Doe dat zo: betekenis 1 = betekenis 2 =
Slide 13 - Open vraag
Wat heb je geleerd..
... dat zinnen een betekenis van 'zijn' óf 'doen' hebben.
Dit wordt ook wel predicatie genoemd, wat latijn is voor gezegde.