De macht in de noemer is een: 1e macht x 3e macht = 4e macht (meer deeltjes in noemer van de breuk ten opzichte van de teller)
De macht van de teller is een 2e macht. Dus als alle concentraties toenemen, neemt door de machten de noemer relatief meer toe dan de teller. T dus K blijft gelijk, dan verandert de waarde van Q zo dat Q kleiner wordt dan K (De noemer neemt meer toe dan de teller).
Om Q=K terug te krijgen moet de noemer kleiner worden, en teller groter. Dit gebeurt dan ook, want er stelt zich weer een evenwicht in. De reactie naar rechts is in het voordeel (loopt tijdelijk sneller) totdat Q = K. Dus B