lesson 4

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

UNIT 3 - LESSON 4

Plan

• Terugblik
• Leerdoel
• Instructie
• Zelf aan de slag
• Evaluatie

FILL IN:
sit They ... on the couch.

1. is sit
2. am sitting
3. is sitting
4. are sitting

FILL IN:
run I ... a sandwich.

1. am run
2. is running
3. am running
4. have ran

TRANSLATE:
Er zijn zo veel winkels in Oxford Street.

Leerdoel

• I will learn how to tell what I am doing right now.
• Ik ga leren hoe ik vertel dat ik nu iets aan het doen ben.
• I will learn the numbers from 30 to 40.

How do we learn this?

But first...

Hoe zeg je wat je nu aan het doen bent?

(ride)     I ....  my bike.

(see)     They .... a doctor.

(look)    We .... for a store.

Wie kan tellen van...

30 tot 40 in het Engels?

Get to work!

• Ik werk zelfstandig aan opdracht 1 t/m 20 uit mijn WORKBOOK van UNIT 3.
• Ik maak de werkbladen.
• Vragen stel ik aan een ander, of ik steek mijn hand op en wacht tot de juf komt.
• Ik let op mezelf.

Klaar?

• Ik kijk eerst mijn werk na.
• Ik doe wat voor mezelf (boek lezen, tekenen, ander vak, geen mobiel).

FILL IN:
dream They ... about dogs.

1. dreaming
2. are dream
3. is dreaming
4. are dreaming

TRANSLATE:
fantastisch

1. fantastical
2. fantasy
3. fantastic
4. fantastik

TRANSLATE:
footballer

1. voetbal
2. voetballen
3. voetballer
4. rugby

EVALUATION

• What went well?
• What can go better?