P2.8 't kofschip

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze paragraaf:
  • Weet je hoe je klankveranderende  werkwoorden in de verleden tijd spelt.
  • Weet je hoe je de regel van 't ex-kofschip gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Als je de zin van tijd verandert, vind je altijd de....
A
Stam
B
Ik-vorm
C
Persoonsvorm

Slide 3 - Quizvraag

Vrag is de .... van het werkwoord vragen
A
Stam
B
Persoonsvorm
C
Ik-vorm

Slide 4 - Quizvraag

Vraag is de .... van het hele werkwoord vragen
A
Persoonsvorm
B
Ik-vorm
C
Stam

Slide 5 - Quizvraag

Bij hij/zij/het en bij jij schrijf je Ik-vorm + ...
A
T
B
D

Slide 6 - Quizvraag

In het meervoud schrijf je het ....
A
Werkwoord
B
Hele werkwoord
C
Verleden tijd

Slide 7 - Quizvraag

Als de laatste letter van de stam in
't ex-kofschip zit, schrijf je + ...
A
de(n)
B
te(n)

Slide 8 - Quizvraag

Zit de laatste letter van de stam niet in 't ex-kofschip, dan schrijf je + ....
A
de(n)
B
te(n)

Slide 9 - Quizvraag

Klankvaste werkwoorden
Bij sommige klankvaste werkwoorden hoor je hoe je ze moet spellen in de verleden tijd.

Je hoort aan de uitspraak of je +te of +de moet schrijven

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de verleden tijd van lachen?
A
Ik lachte
B
Ik lachde

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van huilen?
A
Ik huilte
B
Ik huilde

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd van schreeuwen?
A
Ik schreeuwde
B
Ik schreeuwte

Slide 13 - Quizvraag

't ex-kofschip
Wanneer je niet kunt horen of je in de verleden tijd 
-te(n) of -de(n) moet schrijven, maak je gebruik van 
't ex-kofschip!
Je kijkt alleen naar de medeklinkers.

Slide 14 - Tekstslide

Aantekening 't ex-kofschip
Stap 1: Neem de stam van het werkwoord.
Stap 2: Kijk naar de laatste letter van de stam.
Stap 3: 
Medeklinker in 't ex-kofschip? = Ik-vorm + te(n) 
Medeklinker niet in 't ex-kofschip? = Ik vorm + de(n)
Let op! Je schrijft dus niet stam + te/de maar Ik-vorm + te/de

Slide 15 - Tekstslide

Even oefenen!

Slide 16 - Tekstslide

Hele werkwoord: Pakken
Hij ....

Slide 17 - Open vraag

Hele werkwoord: wissen
Wij ....

Slide 18 - Open vraag

Hele werkwoord: Hoeven
Ik ....

Slide 19 - Open vraag

Hele werkwoord: Durven
Wij ....

Slide 20 - Open vraag

Wie begrijpt het trucje van
't ex-kofschip?
A
Ik begrijp het helemaal
B
Ik begrijp het een beetje
C
Ik begrijp er niks van

Slide 21 - Quizvraag

Volgende les af:
Maak opdracht 3 en 4 blz 80 in je schrift.

timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide