Chapitre 3: pouvoir et vouloir

Havo 2 

Chapitre 3


Pouvoir et vouloir
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Havo 2 

Chapitre 3


Pouvoir et vouloir

Slide 1 - Tekstslide

Gedragsregels
* Aanwezigheid in de online-les is verplicht. Dit wordt geregistreerd.
* Je volgt de online-les via je laptop en achter een bureau (of een (keuken)tafel).
* Dus NIET vanaf je telefoon/vanuit je bijbaantje/vanuit je bed.
* Je bent voorbereid om de online-les te volgen.
* Iedereen zet zijn camera aan en het geluid uit.
* Steek je hand op als je iets wilt zeggen. Als je aan de beurt bent of als je de beurt krijgt, zet je het geluid aan.
* De docent is tijdens de online-les bereikbaar en beschikbaar voor vragen via de chat in Teams.
* Het is volgens de AVG verboden de les op te nemen en/of te delen, zonder toestemming van de docent.

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui? (Wat gaan we vandaag doen?)

A Répéter (herhalen)
B Expliquer (uitleggen)
C Travailler, faire les exercices (werken, oefeningen maken)

Slide 3 - Tekstslide

Tout le monde est prêt?
Alors on commence.... :)

Slide 4 - Tekstslide

A Répeter

Choisis la bonne forme au présent (Kies de juiste vorm in de tegenwoordige tijd)
A
Il habites
B
Il habitent
C
Il habite
D
Il habité

Slide 5 - Quizvraag

Choisis la bonne forme au passé composé (Kies de juiste vorm in de voltooid tegenwoordige tijd)
A
Il a habitée
B
Il est habité
C
Il a habiter
D
Il a habité

Slide 6 - Quizvraag

Choisis la bonne forme au présent (Kies de juiste vorm in de tegenwoordige tijd)
A
Nous faitons
B
Nous faisons
C
Nous faites
D
Nous faire

Slide 7 - Quizvraag

Choisis la bonne forme au passé composé (Kies de juiste vorm in de voltooid tegenwoordige tijd)
A
Nous avons faire
B
Nous sommes fait
C
Nous avons fait
D
Nous avons faits

Slide 8 - Quizvraag

Conjuge le verbe être au présent (Vervoeg het werkwoord être in de tegenwoordige tijd)

Slide 9 - Open vraag

Conjuge le verbe être au passé composé (Vervoeg het werkwoord être in voltooid tegenwoordige tijd)

Slide 10 - Open vraag

B Expliquer (uitleggen)
Ouvrez votre livre de textes à la page 46 (Chapitre 3, leçon 4)
(Open je tekstboek op blz. 46)

Deux nouveaux verbes (twee nieuwe werkwoorden): 

POUVOIR
VOULOIR

Slide 11 - Tekstslide

Pouvoir et Vouloir au présent
Pouvoir                                                          Vouloir
Je peux                                                          Je veux
Tu peux                                                          Tu veux
Il/Elle/On peut                                             Il/Elle/On veut
Nous pouvons                                            Nous voulons
Vous pouvez                                                Vous voulez
Ils/Elles peuvent                                         Ils/Elles veulent

J'ai pu                                                              J'ai voulu

Slide 12 - Tekstslide

C Travailler, faire une exercice
* Ouvrez le cahier d'exercices à la page 45 (Chapitre 3, leçon 4)
    (Open je werkboek op blz. 45)
* Faites exercice 6: 
- traduisez la phrase (vertaal de zin)
- conjugez le verbe (vervoeg het werkwoord)
- remplissez avec la bonne forme (vul de juiste vorm in)


Slide 13 - Tekstslide

Les devoirs
Faire (maken)
* Noteer in het Frans en lever in per Teams:
- 3 dingen die jij kunt, - 3 dingen die je graag wilt, - iets wat je vroeger goed kon
- iets wat je vroeger graag wilde
Apprendre (leren)
* Leer de vervoeging van de werkwoorden vouloir en pouvoir uit je hoofd.
* Leer de vocabulaire 1 op blz. 52 van je tekstboek
* Leer de expressions op blz. 54 van je tekstboek NF-FN
Etudier (bestuderen)
* Lees de uitleg over de imparfait door op blz. 53 van je tekstboek. Hier gaan we volgende week mee aan de slag.


Slide 14 - Tekstslide

Je vous souhaite une bonne journée et à la prochaine!
(Ik wens jullie een fijne dag en tot de volgende keer!)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide