3T Unit 4 Lesson 2

3T Unit 4 Lesson 2
Miss Brands
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3T Unit 4 Lesson 2
Miss Brands

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson:
- Grammar 'Past Continuous'

- Words about Extreme Weather

- Make exc 1 u/i 11

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de past continuous? 

Je gebruikt de past continuous als iemand in het verleden een tijdje iets aan het doen was

De past continuous is het rode
boogje  -->

Slide 3 - Tekstslide

Past Continuous
Past => 
Continuous => 

Slide 4 - Tekstslide

Past continuous:

Wat is de regel van de past continuous?
A
hele ww+ - ed of irregular verb
B
was/were hele ww+ -ing
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 5 - Quizvraag

PAST CONTINUOUS

In welke zin wordt de Past Continuous gebruikt?
A
They film the event with a hidden camera.
B
They filmed the event with a hidden camera.
C
They are filming the event with a hidden camera.
D
They were filming the event with a hidden camera.

Slide 6 - Quizvraag

Past Continuous:
Welke zin staat in de Past continuous?
A
They were living in poverty.
B
They are living in poverty.
C
They lived in poverty.
D
They have been living in poverty.

Slide 7 - Quizvraag

Past Continuous:
in welke zin wordt de past continuous gebruikt?
A
I haven't been to that film yet.
B
I was walking down the street when I tripped.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am eating a sandwich.

Slide 8 - Quizvraag

Past Continuous
Wanneer gebruik je de Past Continuous?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets in het verleden een tijdje aan de gang was
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 9 - Quizvraag

Vocab
Extreme Weather

Slide 10 - Tekstslide

What are 'peas'?
A
vrede
B
erwten
C
struisvogels
D
pauwen

Slide 11 - Quizvraag

What is 'runny'?
A
vloeibaar
B
hardloper
C
sunny, maar dan verkeerd geschreven
D
loopneus

Slide 12 - Quizvraag

What is 'yolk'?
A
melk
B
volk
C
dooier
D
slagroom

Slide 13 - Quizvraag

What is 'to peel'?
A
schillen
B
spieren
C
pijlen
D
peuteren

Slide 14 - Quizvraag

What is 'kaasplank'?
A
cheese plank
B
cheese platter
C
cheese board
D
cheese racket

Slide 15 - Quizvraag

What is 'klagen'?
A
complain
B
grumble
C
stutter
D
fuss

Slide 16 - Quizvraag

What is 'klef'?
A
heavy
B
clammy
C
soggy
D
sticky

Slide 17 - Quizvraag

What is 'voorgerecht'?
A
pre-dinner
B
first course
C
pre-course
D
appitizer

Slide 18 - Quizvraag

Let's get to work!
Make 4.2 exc 1 u/i 11

8-2-23 Test Unit 4


Slide 19 - Tekstslide