H6 spelling werkwoorden

Welkom!

Leg je leesboek vast klaar op je tafel. 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Leg je leesboek vast klaar op je tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tien minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

\
1. 10 minuten lezen
2. Herhaling spelling werkwoorden H5
3. Uitleg h6 spelling werkwoorden
4. Aan de slag 




Deze les

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Je kan de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden. 

Je kan uitleggen wanneer een werkwoord een pvtt is of een vd. 



Leerdoelen deze les:

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 - zin 4

Gisteren meldden betrouwbare bronnen dat de presidenten elkaar volgende week op een geheime locatie zullen ontmoeten. 

Welke woorden zijn nou persoonsvormen en welk(e) infinitief? 

Persoonsvormen in samengestelde zinnen 1/2

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gisteren meldden betrouwbare bronnen dat de presidenten elkaar volgende week op een geheime locatie zullen ontmoeten. 

Gisteren meld een bron dat de president hem volgende week op een geheime locatie zal ontmoeten. 

meldden + zullen = persoonsvormen. ontmoeten = infinitief 

Persoonsvormen in samengestelde zinnen 2/2

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kom je erachter of je te maken hebt met een pv of een infinitief? 

1. Zin in een andere tijd zetten. 
2. Getal veranderen. 
Dus...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij waarom de kranten laatst (vt!) berichtten dat kinderen nog altijd (tt!) geen spruitjes lusten? 

Weten jullie waarom de krant laatst berichtte dat het kind nog altijd geen spruitjes luste
Uitwerking opdracht 2 - vraag 6

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pvtt en vd klinken soms hetzelfde:

betreurt, verdient (pvtt) en betreurd, verdiend (vd)

Hoe weet je nou of je te maken hebt met een pvtt of met een vd? 
H6 spelling werkwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Zet de zin in een andere tijd.  Een persoonsvorm verandert, een vd niet. 

    De man heeft dit jaar veel verdiend. 
    De man had dit jaar veel verdiend. 

    pv = heeft, verdiend = vd 
H6 spelling werkwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT: Maak opdracht 1 t/m 3. 

HOE: schrift of NN online

HULP: klasgenoot, theorie in het boek, vinger opsteken

KLAAR: Verder werken met h5 of h6 om extra te oefenen / trainen via NN online / cambiumned.nl 
H6 spelling werkwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Lesdoelen behaald? 


Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies