H3 week 20 Grammatica

woensdag 26 mei 2021
grammatica
voegwoorden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

woensdag 26 mei 2021
grammatica
voegwoorden

Slide 1 - Tekstslide

nevenschikkend:

en, maar, of, dan (wel), dus en want.

Slide 2 - Tekstslide

onderschikkend:

wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of…woensdag 26 mei 2021
grammatica
voegwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Het voegwoord: OMDAT is .....
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
.... geen voegwoord

Slide 4 - Quizvraag

Het voegwoord: SLECHTS is ..........
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
..... geen voegwoord

Slide 5 - Quizvraag

Het voegwoord: HOEWEL is........
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
..... geen voegwoord

Slide 6 - Quizvraag

Het voegwoord: WANT is ........
A
onderschikkend
B
nevenschikkend
C
..... geen voegwoord

Slide 7 - Quizvraag

Als ik later groot ben, word ik misschien wel piloot.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 8 - Quizvraag

Wie van sporten houdt, kan vanmiddag echt helemaal los.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 9 - Quizvraag

Ik wil dat zij morgen haar huiswerk gaat maken.

A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 10 - Quizvraag

In een hoofdzin staan ONDERWERP EN PERSOONSVORM direct naast elkaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

In een hoofdzin staat DE PERSOONSVORM meestal achteraan in de zin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

een nevenschikkend voegwoord staat aan het begin van de bijzin en ontleed je dus in de bijzin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag