In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5/7
Kan de overheid dat regelen?
5.1/7.1 Stuurt de overheid de economie?
5.2/7.2 Het huishoudboekje van de overheid
5.3/7.3 Hoe sociaal is ons land?
5.4/7.4 Kunnen we zo sociaal blijven?
Slide 1 - Tekstslide
Weet je het nog?
Herhaling vorige paragrafen
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn kenmerken van collectieve voorzieningen?
A
De particuliere sector betaalt de voorzieningen.
B
De overheid betaalt de voorzieningen.
Slide 3 - Quizvraag
Privatisering betekent dat de overheid een particulier bedrijf overneemt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Directe belastingen
Indirecte belastingen
Betaal je rechtstreeks aan de overheid
Belasting over inkomen en winst
Zitten verwerkt in de prijs van producten
btw en accijns
Slide 5 - Sleepvraag
Bij een begrotingsoverschot heeft de overheid....
A
meer inkomsten dan uitgaven
B
meer uitgaven dan inkomsten
Slide 6 - Quizvraag
Directe en indirecte belastingen zijn de grootste inkomsten van de overheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Nederland is een sociaal land. We hebben veel sociale verzekeringen. Deze zijn verdeeld in volksverzekeringen en werknemersverzekeringen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Iedere inwoner van Nederland heeft recht op volksverzekeringen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Welke verzekering(en) is of zijn een voorbeeld van een volksverzekering ...?
A
WW
B
WIA
C
AOW
D
ANW
Slide 10 - Quizvraag
Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan je:
uitleggen wat de gevolgen van vergrijzing zijn
voorbeelden geven van maatregelen die de overheid kan nemen om de sociale zekerheid betaalbaar kan blijven
benoemen hoe de overheid de kosten van de zorg wil beperken
Slide 11 - Tekstslide
Actief of niet?
Actieven
Alle mensen met betaald werk
zij betalen premies en belastingen (% van het inkomen)
Niet-actieven
Mensen zonder betaald werk, die een uitkering ontvangen.
Tot de groep niet-actieven behoren ook de AOW'ers. Deze groep groeit al jaren (= vergrijzing). Wat betekent dit voor Nederland ?
Slide 12 - Tekstslide
Het aandeel ouderen in de totale bevolking neemt toe
en de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt
Vergrijzing
Slide 13 - Tekstslide
Na WOII: babyboom -> zijn nu pensionado
Jaren ’60: feminisme, anticonceptie -> minder baby’s
Mensen worden ouder -> langer AOW + hogere zorgkosten
Oorzaken van vergrijzing
Slide 14 - Tekstslide
AOW
Algemene Ouderdoms Wet
De werkenden van nu betalen de AOW van nu.
Uitkeringen (netto):
Samenwonend of getrouwd € 838,55 p.p.
Alleenwonend € 1.226,80 p.p.
Slide 15 - Tekstslide
Optie: verhoging AOW-leeftijd
Door de AOW-leeftijd te verhogen zijn er minder mensen die een AOW-uitkering krijgen (inactieven) en zijn er meer mensen die werken en betalen voor de AOW (actieven)
Hoe houden we de AOW betaalbaar?
Slide 16 - Tekstslide
Mensen met een inkomen (actieven) staan een deel van hun inkomen af in de vorm van premies en belastingen. Met dat geld worden uitkeringen betaald aan mensen (inactieven) die geen eigen inkomen verdienen.
De actieven verdienen dus ook het inkomen voor de inactieven.
Herverdeling
Slide 17 - Tekstslide
Hoe houden we de AOW betaalbaar?
de AOW-leeftijd verder verhogen van 67 naar ?? jaar
de premies + loonbelasting te verhogen
de AOW-uitkeringen te verlagen;
de arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname) te laten toenemen;
de AOW-ers ook AOW-premie te laten betalen;
de AOW niet meer aan iedereen te geven, maar alleen aan ouderen met geen of een laag pensioen.
Slide 18 - Tekstslide
De zorgverzekering (18+)
Verplichte basisverzekering voor volwassenen, de prijs noem je premie
verplicht eigen risico van € 385 per jaar, per persoon
vrijwillige aanvullingen mogelijk (meer premie)
acceptatieplicht
Slide 19 - Tekstslide
Marktwerking
Als aanbieders van producten of diensten met elkaar moeten concurreren om de gunst van de consument.
De zorgkosten wordt voor een (klein) deel betaald uit de premies, maar vooral uit belastingen.
De overheid geeft veel geld uit aan de zorg (zie poster Miljoenennota).
Om de kosten te beperken, wil de overheid meer marktwerking, zodat zorgverzekeraars en ook ziekenhuizen meer met elkaar concurreren.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Iedereen heeft recht op een AOW- uitkering als de AOW-leeftijd bereikt is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Door het verhogen van de AOW-leeftijd
A
neemt het aantal actieven toe
B
neemt het aantal inactieven toe
C
wordt vergrijzing tegen gegaan
D
wordt de AOW ook hoger
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Video
Is de AOW een volks- of een werknemersverzekering?
A
Volksverzekering; iedereen krijgt AOW op zijn/haar 67e.
B
Werknemersverzekening; is een verzekering voor iedereen die in loondienstwerk of heeft gewerkt
Slide 27 - Quizvraag
Wie betaalt de AOW?
A
De overheid betaald dit vanuit accijns en belastingen
B
Mensen die werken in loondienst betalen premies voor AOW
Slide 28 - Quizvraag
Hoe komt het dat de AOW steeds duurder wordt?
A
Er zijn weing jongeren die werken dus niet veel afdragen om de AOW te betalen
B
3. Er zijn steeds meer 67+ ers en we worden Er Er zijn steeds meer 67+ ers en we worden steeds ouder waardoor er meer en langer AOW nodig is.
Slide 29 - Quizvraag
Waarom helpt het om de AOW leeftijd te verhogen?
A
Dan blijven mensen langer werken en kunnen daardoor langer premie betalen
B
Omdat er vergrijzing is
Slide 30 - Quizvraag
Zijn er andere oplossingen om de AOW betaalbaar te houden?
A
AOW uit een ander (belasting)potje betalen
AOW verlagen