KTL3C's lesson explanation if-sentences Unit 4, lesson 5

KTL3C's English Lesson
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

KTL3C's English Lesson

Slide 1 - Tekstslide

Today's Programme
  • Show what you know! 
  • Conditional sentences: "if-sentences". 
  •            als we dit doen-> dan zal dit gebeuren
  • Bijv. If  we hurry, we'll catch the train  
  • Do: exercises in our online book (for once); Next lesson: bring book B with you; 

Slide 2 - Tekstslide

Important...
I have uploaded what you need to learn for Test Week 3 in Teams... 

-Words, No expressions, grammar.. for some parts you need to use Book B. Today we're going to work in our online book  

Slide 3 - Tekstslide

We _________ to hear that the people were saved from underneath the debris after the building had collapsed.
A
were anxious
B
were relieved
C
were sad
D
were annoyed

Slide 4 - Quizvraag

My dog sometimes forgets to _______ the food and then he swallows it whole (which is dangerous).
A
howl
B
chug
C
chew
D
choke

Slide 5 - Quizvraag

My uncle told us it was a hard ________ to move house to South Africa. He had to leave behind everybody he knew.
A
decide
B
tough
C
hope
D
decision

Slide 6 - Quizvraag

The storm ________(raging) on outside, while we were playing videogames.
A
was raging
B
raged

Slide 7 - Quizvraag

The storm ________(rage) on outside while we were playing videogames.

Slide 8 - Open vraag

Explanation: 
if-zinnen: Voorwaardelijke zinnen. 

If I win the lottery, I will buy myself a new car. 

If I won the lottery, I will buy myself a new car. 

Slide 9 - Tekstslide

Translate: If I win the lottery, I will buy myself a new car.

Slide 10 - Open vraag

If-zinnen (als..... dan zal ik ....)
if I win the lottery, I will buy myself a new car. 

*Wanneer gebruik je deze vorm? -> if + werkwoord in de tegenwoordige tijd; -> will + hele werkwoord

*Je gebruikt deze vorm om aan te geven dat als aan een voorwaarde wordt voldaan, iets in de toekomst zal gebeuren.  

Slide 11 - Tekstslide

Voorwaarde -> Gevolg 
        voorwaarde                        gevolg (wat daarna gebeurt) 
  • If she buys us popcorn, we will reserve a seat for her. 
  •  we will wait for you, if you buy the tickets. 
  • if he wins the championships next year, I will be surprised. 

*If + het werkwoord in de tegenwoordige tijd. Let op de komma!!! 
* in de bijzin waarin het gevolg (wat er dan gebeurt) staat, gebruik je will + het hele werkwoord

Slide 12 - Tekstslide

We will throw a party, if ____________
A
you will pass your exam
B
you pass your exam

Slide 13 - Quizvraag

if you don't feed your dog, ________
A
it will surely starve
B
it surely starves

Slide 14 - Quizvraag

Onwaarschijnlijk gevolg 
  • Stel je hebt een loterij, waaraan je niet meedoet. Je ziet dat iemand de loterij wint op TV en je ziet dat de winnaar een miljoen euro's heeft gewonnen. Die persoon geeft de miljoen euro uit aan bijvoorbeeld de aanschaf van een nieuwe auto. 
  • jij zegt het volgende: "If I won the lottery, I would buy myself a new house."  

Slide 15 - Tekstslide

Translate: If I won the lottery, I would buy myself a new house.

Slide 16 - Open vraag

Het werkt hetzelfde.
if I won the lottery, I would buy myself a new house. 
If you helped me with maths, I wouldn't score insufficients. 
I would be upset, if our house burned down. 

in de if-zin: staat het werkwoord in de verleden tijd. en in het andere deel van de zin staat het werkwoord met 'would' + het hele werkwoord.  

Slide 17 - Tekstslide

If I won the lottery, I would buy ______

Slide 18 - Open vraag

in your online book Unit 4 lesson 2 
  • do: exercise 1,2,3,4,5,6,7

  • Normally you do the exercises in your book but since I didn't tell you to bring book B with you, you can use the online version of the book; 

  • time: _______________

  • outcome:

Slide 19 - Tekstslide