In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
3.8 Spelling
Weektaak: Opdracht 1 t/m 11
8 niet
Af op 24 mei
Slide 1 - Tekstslide
3.8 Spelling
Leerdoelen:
- Je kent het voltooid deelwoord van werkwoorden met ge-, be-, ver-, ont- en her-
- Je kan het voltooid deelwoord maken van splitsbare werkwoorden
- Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al / nog ?
Maak opdracht 1, in stilte
Ben je al klaar? Ga verder met opdracht 4
timer
15:00
Slide 3 - Tekstslide
3.8 Spelling
Leerdoelen:
- Je kent het voltooid deelwoord van werkwoorden met ge-, be-, ver-, ont- en her-
- Je kan het voltooid deelwoord maken van splitsbare werkwoorden
- Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven
Slide 4 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
Wat is een voltooid deelwoord?
Slide 5 - Tekstslide
het voltooid deelwoord
Slide 6 - Tekstslide
Noteer de werkwoorden...
1. Wat ben je veranderd. 2. Je hebt het zelf uitgekozen. 3. Je wordt gehersenspoeld. 4. Wie heeft dit bedacht? 5. Zij had een koekje gepakt. 6. Hij is jarig geweest. 7. Ik word naar school gereden.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Noteer het voltooid deelwoord: Heeft je zus haar tas al ... (pakken)?
Slide 9 - Open vraag
Noteer het voltooid deelwoord: Ik heb het hem gisteren ... (vertellen)
Slide 10 - Open vraag
Noteer het voltooid deelwoord: Het vliegtuig is nog niet ... (landen)
Slide 11 - Open vraag
Werken aan de weektaak 3.8
De eerste vijf minuten in stilte.
Heb je een vraag? Sla die opdracht dan even over en ga door met iets dat je wel snapt.
timer
5:00
Slide 12 - Tekstslide
Werken aan de weektaak 3.8
Als je op schema met de weektaak loopt, heb je na deze les t/m opdracht 4 af.
Slide 13 - Tekstslide
3.8 Spelling
Leerdoelen:
- Je kent het voltooid deelwoord van werkwoorden met ge-, be-, ver-, ont- en her-
- Je kan het voltooid deelwoord maken van splitsbare werkwoorden
- Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven
Slide 14 - Tekstslide
Voltooid deelwoord?
Slide 15 - Tekstslide
Splitsbare werkwoorden
Slide 16 - Tekstslide
Een voorbeeld van een splitsbaar werkwoord is
A
opmaken
B
maken
C
openen
D
opperen
Slide 17 - Quizvraag
Splitsbare werkwoorden
Slide 18 - Tekstslide
Voltooid deelwoord van:
- inschrijven
-uitstappen
-ingrijpen
Slide 19 - Tekstslide
Werken aan de weektaak 3.8
De eerste vijf minuten in stilte.
Heb je een vraag? Sla die opdracht dan even over en ga door met iets dat je wel snapt.
timer
5:00
Slide 20 - Tekstslide
Werken aan de weektaak 3.8
Als je op schema met de weektaak loopt, heb je na deze les t/m opdracht 5 af.
Slide 21 - Tekstslide
3.8 Spelling
Leerdoelen:
- Je kent het voltooid deelwoord van werkwoorden met ge-, be-, ver-, ont- en her-
- Je kan het voltooid deelwoord maken van splitsbare werkwoorden
- Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven
Slide 22 - Tekstslide
HOOFDLETTERS
Oefening over hoofdletters van eigen namen
Slide 23 - Tekstslide
Wat zijn eigennamen?
Namen voor mensen
Jeroen
Saskia
Femke Halsema
Wesley Sneijder
Slide 24 - Tekstslide
Wat zijn eigennamen?
Namen voor dieren
Dikkie Dik
Nijntje
Snuitje
Chip en Pepper
Slide 25 - Tekstslide
Wat zijn eigennamen?
Namen voor zaken (gebouwen, bedrijven, goede doelen, feestdagen, religie, landen, plaatsen)
Rijksmuseum, Clusius College
Greenpeace, Unicef
Boeddhisme, Allah, de Bijbel
Nederland, Alkmaar
Slide 26 - Tekstslide
Schrijfwijze van achternamen
Sommige achternamen hebben een 'tussenstukje'. Dit is een lidwoord of voorzetsel (de, van, van der).
Dit tussenstukje schrijf je met een hoofdletter als de naam daar begint
Saskia de Vries
mevrouw De Vries
Pieter van den Vrede
meneer Van den Vrede
Slide 27 - Tekstslide
Wat is de juiste schrijfwijze van 'marloes de jong'?
A
Marloes de jong
B
Marloes De jong
C
Marloes De Jong
D
Marloes de Jong
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de juiste schrijfwijze van 'tim van der werff'?
A
Tim van der werff
B
Tim Van der Werff
C
Tim van der Werff
D
Tim Van Der Werff
Slide 29 - Quizvraag
(Zet hoofdletters waar nodig) volgende week gaat joke op vakantie naar barcelona.
Slide 30 - Open vraag
Werken aan de weektaak 3.8
De eerste vijf minuten in stilte.
Heb je een vraag? Sla die opdracht dan even over en ga door met iets dat je wel snapt.
timer
5:00
Slide 31 - Tekstslide
Werken aan de weektaak 3.8
Als je op schema met de weektaak loopt, heb je na deze les t/m opdracht 9 af.
Slide 32 - Tekstslide
3.8 Spelling
Leerdoelen:
- Je kent het voltooid deelwoord van werkwoorden met ge-, be-, ver-, ont- en her-
- Je kan het voltooid deelwoord maken van splitsbare werkwoorden
- Je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
- Je kan tien dicteewoorden foutloos schrijven
Slide 33 - Tekstslide
Zelf doen
Maak opdracht 8 op een los blaadje.
Lever dit blaadje in bij de docent.
timer
10:00
Slide 34 - Tekstslide
Afmaken weektaak 3.8
Aan het einde van de les kijken we de totaalopdracht na.