Mavo 4 Hoofdstuk 2 paragraaf 2.2

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 2 Geld moet rollen!

Paragraaf 2.2 Sparen of beleggen?

Voor we starten. Wat voor dag is het vandaag?

Wanneer is het elk jaar Prinsjesdag?

1. 15 september
2. de tweede dinsdag in september
3. de derde dinsdag in september
4. de vierde dinsdag in september

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?

1. Dan leest de Koning de Troonrede voor.
2. Dan leest de Koning de Miljoenennota voor.
3. Dan leest de Koning de Rijksbegroting voor.

Waarmee ging de Koning vorige jaar naar de Ridderzaal?

1. De Gouden Koets
2. De Zilveren Koets
3. De Bronzen Koets
4. De Glazen Koets

Wat zit er in het koffertje van de minister van Financiën?

1. De Troonrede
2. De Rijksbegroting
3. De Miljoenennota
4. De Miljoenennota en de Rijksbegroting

Wie was vorig jaar tijdens Prinsjesdag de designated survivor?

1. Premier Rutte
2. Koning Willem Alexander
3. minister Blok
4. Koningin Maxima

Wat gaan we doen vandaag?

• Huiswerk bespreken
• Leerdoelen paragraaf 2.2
• Instructie 2.2
• Samen opgave 18
• Aan de slag met paragraaf 2.2
• Huiswerk bespreken
• Evaluatie van de leerdoelen
• Afsluiten

Leerdoelen van vandaag:

• Ik weet welke redenen er zijn om te sparen
• Ik weet hoe je berekent wat sparen aan rente oplevert 
• Ik weet wat de voor- en nadelen van beleggen zijn

https:

Spaar jij al? Zo ja, waarvoor

Welke redenen kun je hebben om te sparen?

Spaarmotieven:

1. voor een doel

2. uit voorzorg

3. voor de rente

Wat is het verschil tussen vaste en variabele rente?

Variabele rente kan op ieder moment door de bank worden aangepast. Bij een vaste rente (bij een spaardeposito bijvoorbeeld) staat de rente vast.

https:

Enkelvoudige rente

Je krijgt ieder jaar alleen rente over het spaarbedrag.

Enkelvoudige rente=(rentepercentage : 100) x spaarbedrag x jaren 

Samengestelde rente

of

Je krijgt rente over het spaarbedrag + de eerder bijgeschreven rente. 

Er is sprake van rente op rente.

Samengestelde rente=(rentepercentage : 100) x (spaarbedrag+bijgeschreven rente) 

Samengestelde rente = spaarbedrag x (1 + i) ^n

Let op: dit is rente + spaarbedrag

Samen opgave 18 op blz. 48

Zijn er nog vragen?

Werk de komende 15 minuten aan de opdrachten van 2.2

Let op: tot vraag 17 gaat het over enkelvoudige rente. Vanaf vraag 17 moet je goed lezen. Staat er niets, dan ga je uit van samengestelde rente.

Leerdoelen van vandaag:

• Ik weet welke redenen er zijn om te sparen
• Ik weet hoe je berekent wat sparen aan rente oplevert 
• Ik weet wat de voor- en nadelen van beleggen zijn

Je kunt verschillende redenen hebben om te sparen. Redenen om te sparen noem je ...

1. Spaarredenen
2. Spaarmotivatie
3. Spaarmotieven
4. Reserveer redenen

Sparen voor een doel.

Sparen voor rente.

Sparen uit voorzorg.

wanneer is er sprake van 'rente op rente'?

1. variabele rente
2. vaste rente
3. enkelvoudige rente
4. samengestelde rente

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel rente na 3 jaar?

Enkelvoudige rente

1. € 54
2. € 54,65
3. € 1.554
4. € 1.554,65

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel rente na 3 jaar?

Samengestelde rente

1. € 54
2. € 54,65
3. € 1.554
4. € 1.554,65

Spaarmiddel

Rente

Beleggen

Creditcard

Rekenmiddel

Ruilmiddel

Vraag naar

Dividend

Aanbod van

Min

Bankpas

Leenmiddel

Huiswerk voor de volgende les:

Maken paragraaf 2.2

Je kunt hier nog aan werken tot het tijd is.