5V 10.4 voorbereiding/ ll

10.4 stoffentransport
voorbereiding
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

10.4 stoffentransport
voorbereiding

Slide 1 - Tekstslide

Doel 10.4: Je leert hoe het bloed stoffen vervoert

Leerdoelen:
1. De functie van bestanddelen van bloed, bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe beschrijven.
2. Uitleggen hoe opname, transport en afgifte van O2 plaatsvindt en wat de rol van hemoglobine en myoglobine daarbij is.
3. Uitleggen hoe opname, transport en afgifte van CO2 plaatsvindt en wat de rol van hemoglobine daarbij is.
4. Rekenen met O2-verzadiging onder invloed van pCO2, pH en temperatuur (Bohr-effect) en daarbij gebruik maken van verzadigingsdiagrammen.
5. Uitleggen hoe door bufferende stoffen en ademhaling de pH van het bloed binnen de norm blijft en waarom dit belangrijk is.  






Slide 2 - Tekstslide

Deelconcepten
diffusie, zuurstofconcentratie/ zuurstofdruk, zuurstoftransport, hemoglobine, myoglobine, Bohr-effect, koolstofdioxideconcentratie/koolstofdioxidedruk, koolstofdioxidetransport, verzadigingscurve

-

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Bestudeer blz 59 om leerdoel 1 te verwerken.
Gebruik daarbij ook de volgende 3 dia's

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Samenstelling bloed

Slide 6 - Tekstslide

Samenstelling bloed
Eiwitten vormen een colloïd, ze zijn niet opgelost in het plasma maar zijn fijn verdeeld.

Slide 7 - Tekstslide

Ontstaan bloedcellen
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes

Elke dag ontstaan in het rode beenmerg 2x1011 bloedcellen uit stamcellen
Elke dag wordt een zelfde aantal afgebroken in milt en lever.



Slide 8 - Tekstslide

Zuurstoftransport

Slide 9 - Tekstslide

Zuurstoftransport
Klein deel opgelost in het bloedplasma: 3 mL O2/L.
De rest wordt vervoerd door rode bloedcellen (200 mL O2/L).
Rode bloedcellen hebben geen kern maar wel 200 tot 300 miljoen hemoglobine moleculen per cel.

5 miljoen rode bloedcellen per mL bloed.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hemoglobine

Slide 12 - Tekstslide

Hemoglobine
Elk hemoglobine-molecuul kan 4 O2 moleculen binden.
Dan ontstaat HbO2 = oxihemoglobine

De bindingsreactie is een evenwichtsreactie.
                                    Hb + O2 <-> HbO2

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Verzadigingspercentage (BINAS 83D)
Bij een lage zuurstofspanning (pO2) in het bloedplasma is de bindingskracht van Hb  klein.

Bij een hoge zuurstofspanning is de bindingskracht van Hb groot.

Slide 15 - Tekstslide

Myoglobine
In de spieren zit myoglobine
Dit bindt bij lage zuurstofspanningen 
beter zuurstof dan hemoglobine. 
Dit is handig om in de spieren extra 
zuurstof over te nemen van Hb. 

Slide 16 - Tekstslide

Foetaal hemoglobine
In ongeboren kind: foetaal 
hemoglobine dat net iets beter
zuurstof bindt dan hemoglobine:
kan daardoor in de placenta het
zuurstof overnemen van de
hemoglobine van de moeder.

Slide 17 - Tekstslide

CO2-transport

Slide 18 - Tekstslide

CO2 transport BINAS 83E
1
Volg de weg van een CO2 molecuul dat van een weefsel (bijv. spier) naar het bloed, en van het bloed naar het longweefsel (longblaasje)

Slide 19 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel) BINAS 83E
Stap 1 
De CO2 die in de weefsels wordt geproduceert diffundeert naar het bloed. 
5% daarvan lost op in het bloedplasma, 95% diffundeert de rode bloedcellen in
1

Slide 20 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 2 
1/3 bindt aan Hb tot HbCO2 (kost een H+).
De eventueel gebonden zuurstof laat los en diffundeert de rode bloedcel uit.
2

Slide 21 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 3 
2/3 reageert met H2O met behulp van het enzym koolzuuranhydrase tot H2CO3.
3

Slide 22 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 4
H2CO3 lost op in water en splitst naar H+ en HCO3-.
HCO3- diffundeert de rode bloedcel uit.
Cl- diffundeert de rode bloedcel in om het spanningsverschil op te heffen.
4

Slide 23 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 5
H+ bindt aan hemoglobine tot HbH.
De eventueel gebonden zuurstof laat los en diffundeert de rode bloedcel uit.

5

Slide 24 - Tekstslide

CO2 afgifte (longen)
Beschrijf de stappen die in de longen plaatsvinden. 'Lees' de tekening in BINAS tabel 83E.

Slide 25 - Tekstslide

CO2 afgifte (longen)
1. O2, Cl- en HCO3- diffunderen de rode bloedcel in.
2. O2 bindt aan Hb, H+ en CO2 komen vrij.
3. H+ en HCO3- vormen H2CO3
4. H2CO3 valt uiteen in H2O en CO2
5. CO2 diffundeert de cel uit, het bloedplasma in en richting het longblaasje.

Slide 26 - Tekstslide

pH bloed regelen

Slide 27 - Tekstslide

Zuurgraad bloed
De zuurgraad van de omgeving heeft invloed op de werking van enzymen en andere eiwitten. Daarom is het belangrijk dat de zuurgraad van bloed zo constant mogelijk blijft (pH 7,36-7,4).


Slide 28 - Tekstslide

Hoge zuurgraad
Lage pH
Veel H+ ionen
Lage zuurgraad
Hoge pH
Weinig H+ ionen

Slide 29 - Tekstslide

Zuurgraad bloed
CO2 komt vrij in je lichaam door dissimilatie en verzuurt het bloed.
Dissimilatie is verbranding (mbv zuurstof/ O2) van energierijke stoffen (zoals glucose). Hierbij komt energie vrij en CO2 (en water).
CO2 + H2O -> H2CO3 -> H+ en HCO3-

Slide 30 - Tekstslide

Zuurgraad bloed
Veel van de CO2 en H+ ionen worden afgevangen door hemoglobine maar ook ander bloedeiwitten fungeren als buffers.
Deze stoffen heten bufferende stoffen/ pH buffer.

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen 1, 2, 3 en 5 verwerkt?
Leerdoelen:
1. De functie van bestanddelen van bloed, bloedplasma, weefselvloeistof en lymfe beschrijven.
2. Uitleggen hoe opname, transport en afgifte van O2 plaatsvindt en wat de rol van hemoglobine en myoglobine daarbij is.
3. Uitleggen hoe opname, transport en afgifte van CO2 plaatsvindt en wat de rol van hemoglobine daarbij is.

5. Uitleggen hoe door bufferende stoffen en ademhaling de pH van het bloed binnen de norm blijft en waarom dit belangrijk is.  






Slide 32 - Tekstslide

Welke vraag heb je voor de volgende les?

Slide 33 - Open vraag