10.4-2 Stoffentransport CO2 5V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.4: Stoffentransport (CO2)
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.4: Stoffentransport (CO2)

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel
Hoeveel hemoglobinemoleculen heb je totaal?

Slide 2 - Tekstslide

Het Bohr effect
In beenspieren van een mens heersen de volgende omstandigheden:
- in rust: pO2 = 5,0 kPa, pCO2 = 5,3 kPa
- in actie: pO2 = 3,0 kPa, pCO2 = 8,0 kPa
In de haarvaten van deze spieren komt bloed binnen waarvan de 
pO2 = 14 kPa en de pCO2 = 2,7 kPa. 
Bereken hoeveel ml O2 per 100 mL bloed in actie meer wordt afgegeven door het Bohr effect dan in rust 
(ga uit van 200 mL O2/L bij 100% verzadiging, zie BINAS)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel 10.4 Je kunt
  • het transport van CO2 via het bloed uitleggen (leerdoel 9)
  • de functie van hemoglobine en myoglobine beschrijven (leerdoel 9)



Slide 5 - Tekstslide

Myoglobine
In de spieren zit myoglobine
Dit bindt bij lage zuurstofspanningen 
beter aan zuurstof dan hemoglobine. 
Dit is handig om in de spieren extra 
zuurstof over te nemen van Hb. 

Slide 6 - Tekstslide

Foetaal hemoglobine
In ongeboren kind: foetaal 
hemoglobine dat net iets beter
zuurstof bindt dan hemoglobine:
kan daardoor in de placenta het
zuurstof overnemen van de
hemoglobine van de moeder.

Slide 7 - Tekstslide

CO2 transport BINAS 83E
1

Slide 8 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel) BINAS 83E
1
5
4
3
2

Slide 9 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel) BINAS 83E
Stap 1 
De CO2 die in de weefsels wordt geproduceert diffundeert naar het bloed. 
5% daarvan lost op in het bloedplasma, 95% diffundeert de rode bloedcellen in
1

Slide 10 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 2 
1/3 bindt aan Hb tot HbCO2 (kost een H+).
De eventueel gebonden zuurstof laat los en diffundeert de rode bloedcel uit.
2

Slide 11 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 3 
2/3 reageert met H2O met behulp van het enzym koolzuuranhydrase tot H2CO3.
3

Slide 12 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 4
H2CO3 lost op in water en splitst naar H+ en HCO3-.
HCO3- diffundeert de rode bloedcel uit.
Cl- diffundeert de rode bloedcel in om het spanningsverschil op te heffen.
4

Slide 13 - Tekstslide

CO2 afgifte (weefsel)
Stap 5
H+ bindt aan hemoglobine tot HbH.
De eventueel gebonden zuurstof laat los en diffundeert de rode bloedcel uit.

5

Slide 14 - Tekstslide

CO2 transport BINAS 83E
2

Slide 15 - Tekstslide

CO2 afgifte (longen)
Zet de stappen 1 t/m 5 van de vorige tekening in deze tekening.
Bedenk dat de stappen achterstevoren plaatsvinden

Slide 16 - Tekstslide

Vragen (zelfstandig)
(BINAS) welk enzym is nodig voor de vorming van waterstofcarbonaat (HCO3-) in de rode bloedcellen?







Slide 17 - Tekstslide

CO2 afgifte (longen)
1. O2, Cl- en HCO3- diffunderen de rode bloedcel in.
2. O2 bindt aan Hb, H+ en CO2 komen vrij.
3. H+ en HCO3- vormen H2CO3
4. H2CO3 valt uiteen in H2O en CO2
5. CO2 diffundeert de cel uit, het bloedplasma in en richting het longblaasje.

Slide 18 - Tekstslide

Zuurgraad bloed
De zuurgraad van de omgeving heeft invloed op de werking van enzymen en andere eiwitten. Daarom is het belangrijk dat de zuurgraad van bloed zo constant mogelijk blijft (pH 7,36-7,4).


Slide 19 - Tekstslide

Hoge zuurgraad
Lage pH
Veel H+ ionen
Lage zuurgraad
Hoge pH
Weinig H+ ionen

Slide 20 - Tekstslide

Zuurgraad bloed
CO2 komt vrij in je lichaam door dissimilatie en verzuurt het bloed.
Dissimilatie is verbranding (mbv zuurstof/ O2) van energierijke stoffen (zoals glucose). Hierbij komt energie vrij en CO2 (en water).
CO2 + H2O -> H2CO3 -> H+ en HCO3-

Slide 21 - Tekstslide

Zuurgraad bloed
Veel van de CO2 en H+ ionen worden afgevangen door hemoglobine maar ook ander eiwitten fungeren als buffers.
Deze stoffen heten bufferende stoffen/ pH buffer.

Slide 22 - Tekstslide

Vragen (zelfstandig)
welke stoffen kunnen allemaal binden aan hemoglobine?






Slide 23 - Tekstslide

Lesdoel 10.4 Je kunt
  • het transport van CO2 via het bloed uitleggen (leerdoel 9)
  • de functie van hemoglobine en myoglobine beschrijven (leerdoel 9)



Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten 10.4 
Leerdoel 9



Slide 25 - Tekstslide