6.5 Overheidsfinancien

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Behandelen paragraaf 5 (15 min)
  • zelfstandig werken (30 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Kies uit: jaaropgave/loonstrook/Belastingdienst/ loonheffing/belastingschijven
Als je een baan hebt, betaal je ............... over je brutoloon. 
Je werkgever moet dit inhouden en afdragen aan de .....................
Aan het einde van het jaar krijg je een .......................... en kun je het belastbaar inkomen uitrekenen. 
Met de tarieven van de .................................. kun je uitrekenen hoeveel inkomstenbelasting je moet betalen.


Slide 3 - Tekstslide

Kies uit: jaaropgave/loonstrook/Belastingdienst/ loonheffing/belastingschijven
Als je een baan hebt, betaal je loonheffing over je brutoloon. 
Je werkgever moet dit inhouden en afdragen aan de Belastingdienst
Aan het einde van het jaar krijg je een jaaropgave en kun je het belastbaar inkomen uitrekenen. 
Met de tarieven van de belastingschijven kun je uitrekenen hoeveel inkomstenbelasting je moet betalen

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer mag de werkgever de loonheffingskorting toepassen?
A
Als werkgever de loonbelastingverklaring heeft ingevuld
B
Als werknemer de loonbelastingverklaring heeft ingevuld
C
Als de werkgever de loonbelastingverklaring niet heeft ingevuld
D
Als de werknemer de loonbelastingverklaring niet heeft ingevuld

Slide 5 - Quizvraag

Dick zegt dat loonheffing een vooruitbetaling is op de inkomstenbelasting.
A
Dick heeft gelijk
B
Dick heeft geen gelijk

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel belasting moet er nog worden betaald?
Te betalen inkomstenbelasting = € 18.000
Heffingskortingen = € 2.758
Betaalde loonheffing = € 13.429

Slide 7 - Open vraag

Juist of onjuist?
Hoe hoger de heffingskortingen, hoe meer belasting iemand betaalt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Overheidsfinanciën 








Niek Loonen, Wytze Bressers en Jelle Franck
Overheidsfinanciën 

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
  • Ik kan verklaren hoe de overheid aan inkomsten komt.

  • Ik kan uitleggen waar de overheid geld aan uitgeeft.

  • Ik kan uitleggen wat de gevolgen zijn van een begrotingstekort.

Slide 10 - Tekstslide

Standpunten van de overheid
  • Staatsschuldquote = (staatsschuld / bbp) x 100%
  • Nederland 2020: 
  •      Schuld: €491mld
  •      Bbp: €778mld 

Slide 11 - Tekstslide

Overheidsfinanciën

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Ontvangsten
  • Niet belastingen
  • Belastingen
  •       Directe belastingen
  •       Indirecte belastingen

Slide 14 - Tekstslide

Uitgaven 
  • overdrachtsuitgaven
  • overheidsbestedingen 
  - investeringen
  - consumptie

Slide 15 - Tekstslide

Na een jaar kunnen we de balans opmaken...

Slide 16 - Tekstslide

Door corona had de overheid in 2020 een begrotingstekort. Wat kan de overheid doen om de uitgaven toch te kunnen betalen?

Slide 17 - Open vraag

Wat is zo vervelend aan schulden (behalve het terugbetalen van de schuld zelf)?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Staatsschuld
  • Staatsschuld
  • Nederland 2020: 
  •      Schuld: €491mld
  •      Bbp: €778mld 

Slide 20 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maken opdrachten hoofdstuk 6 paragraaf 5

  • Lees de theorie op bladzijde 58 en 59
  • Maak de opdrachten 1 t/m 13

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide